Bij het tellen van het aantal slagen is het niet
zo erg als men de tel kwijtraakt, omdat de to
tale lengte gelijk is aan het aantal genoteerde
hoogteverschillen maal de vaste lengte tussen
de beide staven. En de som van de genoteerde
hoogteverschillen is het totale hoogteverschil
tussen a en p.Men heeft op deze manier niet
alleen de afstand, maar ook het hoogteverschil
bepaald! In het boek staat dat met deze een
voudige Drehlatte de auteur het voor elkaar
kreeg om bij het meten van spoorweg- en dam-
profielen goede, en voor het doel om te bepalen
hoeveel kuub grond er verzet moest worden,
voldoende nauwkeurige resultaten te leveren.
Meteen hierna volgt de beschrijving van, zoals
de schrijver het noemt, de Kovatsch's Profil-
zirkel, dus een landmeterspasser waarmee
profielen gemeten kunnen worden. Hieronder
mijn vertaling ervan.
'Voor het meten van dwarsprofielen en zelfs
voor waterpassingen waarbij een grotere
nauwkeurigheid niet nodig is, wordt deze
passer speciaal aanbevolen en verdient de
voorkeur boven de eenvoudige Drehlatte die
hiervóór beschreven is, vanwege de eenvou
dige manier waarop de passer te hanteren is.
Het principe berust op de regel uit de gonio
metrie, dat twee scherpe hoeken aan elkaar
gelijk zijn wanneer de zijden van die hoeken
loodrecht op elkaar staan. Zijn a en b in afb.
13 twee terreinpunten, dan is het hoogte
verschil (ac) tussen a en b ab sin a.'
Als de afstand tussen de passerpunten gelijk is
aan 1,00 m, is het hoogteverschil dus ab
(=1,00) x sin a.
'Houdt men een transporteur waarvan p het
nulpunt is, zodanig tegen de lijn ab, dat op
ab, of mn ab is, dan geeft het koord van een
schietlood oq het aantal graden aan dat over
eenkomt met de hoek a <poq. Omdat in de
Afb. 14. Kovatsch's Profilzirkel; ook uit hetzelfde
boek, fig. 119, blz. 122. De verdeling van de rand is
op deze afbeelding wat misleidend aangegeven: de
'100' moet echt bij het bovenste streepje staan. En
de '50' hoort dus bij de streepjes die aan de
buitenkant ervan staan, dus aan de rechterkant van
de '0' rechts, aan de linkerkant links.
bovenstaande formule niet de hoek, maar de
sinusfunctie daarvan verlangd wordt, moet de
verdeelde cirkelboog punten van de sinuslijnen
aangeven, om direct voor hoogteberekeningen
gebruikt te kunnen worden. Volgens dit prin
cipe is de 'profielpasser' geconstrueerd, zie
afb. 14. Een vaste cirkelboog is vanuit het
middelpunt 0 naar beide kanten voorzien van
een zodanige verdeling, dat de afstand van de
verdeelstrepen vanuit 0 de sinuswaarden aan
geeft oplopend van 0 tot 100.'
In dit voorbeeld is de afstand tussen de punten
van de passerbenen gelijk aan 1 m., en geven
de aflezingen het hoogteverschil in cm. aan.
'De zo verdeelde transporteur is op een passer
waarvan de benen vastgezet kunnen worden,
zodanig bevestigd dat het punt C met het
middelpunt van het scharnier samenvalt. Ook
in dat punt C is een pendel opgehangen waar
van de index o het aflezen mogelijk maakt. De
constante afstand tussen de punten van de be
nen is 1 m., maar kan eveneens op andere af
standen vastgezet worden. Bij een afstand van
2 m tussen de passerpunten moet men het
hoogteverschil met twee vermenigvuldigen. De
lijn S in afb. 14 is een verbindingslat die het
mogelijk maakt om de benen van de passer op
iedere stand door middel van een schroef vast
142
Afb. 13. Het principe van
de Profilzirkel uit hetzelfde boek,
fig. 118, blz. 121