Alle multiplets en sectietemplets worden daar
na opnieuw op het systeembord bevestigd. Als
dat is gebeurd blijkt dat - om de spanning in
het systeembord op te heffen - per sectie de
sectietemplets ten opzichte van de situatie in
de 0-positie verschuiven moeten vanwege de
ingestelde tegenspraken.
Door het systeembord te schudden wordt het
geheel van de constructie weer in een even-
wichtssituatie gebracht. Zodra dit evenwicht is
bereikt worden de hulppunten opnieuw met
een naald op het systeembord doorgeprikt.
Het zijn de nieuwe posities van deze hulp-
punten, waarvan de verschillen ten opzichte
van de 0-positie worden afgelezen van het mm-
papier op het systeembord. Met behulp van
deze dx- en dy-verschillen (fig. 5, p. 5) worden,
zoals hiervoor uitgelegd, per sectie de
transformatieparameters bepaald waarmee de
coördinaten van de sectiehoekpunten worden
getransformeerd, zodat nieuwe benaderde
waarden van deze sectiehoekpunten beschik
baar komen. Als de tegenspraken nog te groot
zijn, wordt een tweede of - zonodig - derde
iteratie toegepast. Het vereffeningsproces
wordt gestopt als de tegenspraken acceptabel
klein zijn. Ten slotte worden per sectie de coör
dinaten van alle punten getransformeerd naar
terreincoördinaten. De praktijk leert dat in het
algemeen na twee iteraties al een bevredigend
resultaat wordt bereikt.
Opgemerkt moet nog worden, dat de methode
uitsluitend gebruik maakt van gelijkvormig
heidstransformaties. De reden daarvan is dat
op de apparatuur (bijvoorbeeld de Wild A7)
die gebruikt werd bij de kartering de stereo
modellen in de fase van de absolute oriëntering
uitsluitend gelijkvormig getransformeerd kun
nen worden.
Elke andere transformatie van deze inpaspun-
ten van de stereomodellen leidt daarom dus tot
onoverbrugbare tegenspraken bij de absolute
oriënteringen.
Een probleem kan ontstaan als het systeem
bord zó groot moet zijn, dat het niet meer han
teerbaar is. In dat geval worden de secties
samengesteld uit onderdelen van meerdere
stroken en overbruggen ze dus ook een groter
aantal stereomodellen.7
Naarmate er kon worden beschikt over meer
computercapaciteit werden er programma's
ontwikkeld voor een geheel rekenkundige be
handeling van het probleem blokvereffening.
De analoge blokvereffening bleef evenwel een
zeer goede manier om de essentie van het pro
ces blokvereffening duidelijk te demonstreren.
Het model van de GeoBuzz heeft inmiddels
een permanente plek gekregen in het Kadaster
museum in Arnhem.
8
Alle multiplets en sectietemplets worden opnieuw
op het systeembord bevestigd
Wild A7
7 H.G. Jerie, Blockausgleichung mit derAnalogrecheneinrichtung unter Verwendung von "Zusammengesetzten Sektionen". Abschatzung
derzuerwartendenGenauigkeit. Autumn 1960, published by I.T.C., 3 Kanaalweg, Delft
2017-1 De Hollandse Cirkel