De meetketting:
het landmeetkundig instrument met de langste historie
Nicolas de Hilster
Recent verschenen in dit blad een aantal arti
kelen waarin de meetketting een rol speelde.
Eén ervan, geschreven door Gerrit Berends,
handelde over Nederlandse meetkettingen en
hun constructie.1 De andere, door Jan Stehou-
wer en ondergetekende, gebruikte de meet-
ketting in relatie tot het gebruik van respectie
velijk de landmeterspasser en de theodoliet.2
Opvallend bij de laatste twee artikelen was de
kwaliteit die aan het instrument toegedicht
werd. Stehouwer schreef "...dat er rond 1811 in
ons land voor het gewone meetwerk doorgaans
met meetkettingen werd gemeten die nóg min
der nauwkeurig waren..." dan de landmeters
passer.3 Stehouwer gaf daarbij aan dat met dat
laatste instrument een nauwkeurigheid haal
baar was van circa 1:400 - 1:1.400,4 waarden
die in schril contrast staan tot de de circa
1:125.000 die ikzelf in mijn artikel over de
theodoliet hanteerde.5
Onlangs liet Leen Aardoom ons zien dat de
meetketting reeds in 1442 in gebruik was6,
terwijl in mijn bovengenoemde artikel aange
toond werd dat het instrument in sommige lan
den nog steeds in gebruik is.7 Aangezien het
daarmee het landmeetinstrument is met de
langste historie meende ik er goed aan te doen
een poging te ondernemen een wat uitgebreider
beeld van dit instrument te schetsen.
Bronnen
Aardoom vroeg zich reeds af of "...Claas Jans-
zoon niet alleen Nijbroeks, maar ook landelijk
recordhouder..." was, of "...elders nog vóór
1440 [het] gebruik van de meetketting aan
toonbaar [is], en of met "...landelijk bronnen
onderzoek het tijdvak 1440-1530 [kan] worden
overbrugd."8 Het jaar 1530, of meer precies de
periode 1530-1540, was tot aan Aardooms
artikel de vroegste verwijzing naar de meet-
ketting, uitvoerig beschreven en onderbouwd
door Henri Pouls.9 Helaas ben ik zelf geen ver
meldingen van het instrument tegengekomen
van voor genoemde periode. Het eerste leer
boek over landmeten in Nederland, geschreven
door Johan Sems en Jan Pietersz. Dou, werd
pas gepubliceerd in 1600 en uiteraard wordt in
het werk op het gebruik van de meetketting
ingegaan (zie tabel 1).10
Vóór de introductie van de meetketting was
een koord het enige alternatief voor de meet
stok. Rond 1537 werd in Engeland, meet-
kettingland bij uitstek, zoals we verderop
zullen zien, volgens Rycharde Benese gemeten
met een "...pole made of woode, conteynynge
in it the length onely of one perche" (stok,
gemaakt van hout, erin bevattende de lengte
van slechts één perch [circa 5 meter]).11
9
1 G. Berends, 'Meetkettingen', in: DHC 2016-3, pp.101-105
2 J. Stehouwer, 'De landmeterspasser', in: DHC 2016-4, pp.134-144. N. de Hilster, 'Hoe oud is de Theodoliet?', in: DHC 2012-2,
pp. 50-53
3 Stehouwer, 'De landmeterspasser', p. 135
4 Stehouwer, 'De landmeterspasser', pp. 135, 144
5 Hilster, 'Hoe oud is de Theodoliet?', p. 52
6 L. Aardoom, 'Landmeters en meetkettingtrekkers in Nijbroek, 1328-1470', in: DHC 2002-2, p. 4
7 Hilster, 'Hoe oud is de Theodoliet?', p. 53
8 Aardoom, 'Landmeters en meetkettingtrekkersp. 4
9 H.C. Pou ls, De Landmeter, Inleiding in de geschiedenis van de Nederlandse Landmeetkunde van de Romeinse tot de Franse tijd.,
(Alphen aan den Rijn, 1997), pp. 122-123. Pouls schreef dat "...de landmeter Simon Berthelmeesz in 1534 of 1535 in Noord-Holland
landerijen heeft opgemeten "mit een reax" (een raex is een minder gebruikt oud woord voor meetketting)."
10 J. Sems, J.P. Dou, Practijckdes Lantmetens: Leerende alle rechte ende cromsijdige Landen, Bosschen, Boomgaerden, ende ander velden
meten, soo vvel met behulp des Quadrants, als sonder het selve.met enighe nieuwe ghecalculeerde Tafelen daer toe diendende. Dan
nieus ghecomponeert ende in druck uyt gegheven door lohan Sems geadmitteert Lantmeter by den Hove van Drielanten Ian Pietrsz.
Dou, gheadmitteert Lantmeter by denk Hove van Hollant., (Leyden, 1600), pp. 45,53
2017-1 De Hollandse Cirkel