standard chain in gebruik is geweest in Northumberland (afbeeldingen 9 en 10 tonen die meetketting).78 Achttien jaar eerder, in 1791, werd een basislijn hermeten in Hounslow, Engeland. In plaats van alleen van een meetketting gebruik te maken werden hier de metingen gedaan "...by steel chain, by deal rods, by glass tubing, and, lastly, by remeasurement with the chain..." (met sta len meetketting, met meetstokken, met glazen buizen, en, ten slotte, door opnieuw met de meetketting te meten).79 Op deze manier ge meten bleven "...the greatest difference in any of these admeasurements under six inches, while the length of the line exceeded five miles" (de grootste verschillen in al deze toe metingen onder zes inches [0.15m], terwijl de lengte van de lijn meer dan vijf mijl be- droeg).80 In feite was de basislijn zelfs ruim 27404 feet (5.1901 miles, circa 8352.7 meter).81 Ervan uitgaande dat de meetfout inderdaad 6 inch was, komt de nauwkeurigheid op deze basis neer op 1:54808 (m 0.0017). Samenvatting Het is me niet gelukt de vroegste vermelding van het gebruik van de meetketting, zoals ge vonden door Aardoom, verder terug te zetten in de tijd of aanvullende bronnen in de periode 1442-1540 toe te voegen. De genoemde vroeg ste gedrukte bronnen die mij bekend zijn, vor men hopelijk een goed uitgangspunt voor ver der onderzoek op dit gebied. Het zou namelijk mooi zijn als we de discrepantie tussen manus cripten en gedrukte bronnen beter kunnen dui den. Uit de manuscripten lijkt het erop dat de meetketting zijn oorsprong heeft in Nederland, maar, hadden we van de manuscripten geen weet gehad, dan zou uit de gedrukte bronnen het tegenovergestelde blijken. Zover nu be kend, is de meetketting voor het eerst genoemd in 1442 in Nederland, terwijl de oudst gedrukte bron uit Frankrijk komt en van 1575 dateert. De indeling van de meetketting was de eerste decennia verre van gestandaardiseerd. Het waren Rathbourne (1616) en Gunter (1624) die hier verbetering in aanbrachten door hem deci maal te maken, iets wat ook in ons land door gang vond. De foutenbronnen zijn besproken, waaruit naar voren kwam dat de nauwkeurig heid van het meten met de meetketting niet eenvoudig in een enkele verhouding is te defi niëren, maar proportioneel is met de wortel van de gemeten afstand. In verhouding zijn daardoor grotere afstanden nauwkeuriger te meten, waarbij veel afhangt van het type meet- ketting en de omstandigheden. Besproken is dat de nauwkeurigheid mede afhangt van het 22 Afb. 10. De uiteinden van de schakels van een soortgelijke meetketting als die van Bald 78 Zie N. de Hilster, '19th c. Doyle and Son 66ft standard chain', http://dehilster.info/geodetic_instruments/ 19th_century_doyle_and_son_66ft_standard_chain.php (laatst geraadpleegd 23 januari 2017). 79 T. Pilkington White, The Ordnance Survey of the United Kingdom (Edinburgh and London, 1886), p. 44 80 Idem, pp. 44-45 81 Philosophical Transactions, Giving Some Accompt of the Present Undertakings, Studies, and Labours of the Ingenious in Many Considerable Parts of the World, Volume 75,(London, 1785), p.477. De lengte van de basis uit dit document is van de eerste meting in 1785. De meting van 1791 is gedaan op dezelfde locatie, maar met nieuwe meetpunten en kan dus een fractie afwijken. 2017-1 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 24