In het themanummer 'Delftse ITC' van DHC
van maart 20093 beschrijft prof. Dr-Ing. Fritz
Ackermann zijn herinneringen aan de periode
1958-1966 aan het ITC. Over de analoge blok-
vereffening van Jerie merkt hij op: "De me
thode betekende een belangrijke uitbraak uit
de conventionele fotogrammetrie", "Het was
de eerste principiële oplossing van het blok-
vereffeningsprobleem met een zeer creatief
concept" en: "De methode kan ideëel niet hoog
genoeg geacht worden en bood de praktijk ge
heel nieuwe perspectieven".
In hetzelfde nummer van DHC beschrijft prof.
ir. Henk Zorn onder de titel 'Vroege Blok-
vereffening'4 ook beknopt de Jerie-methode.
Nu er recent op de GeoBuzz een model is ge
toond ligt het voor de hand nog eens uitgebreid
aandacht aan de methode te schenken, vandaar
dit artikel. Achtereenvolgens worden alle ele
menten van het systeem besproken, om ver
volgens een compleet beeld te geven van de han
delingen bij de toepassing. Als inleiding worden
eerst enkele aspecten van de procedure bij de
toepassing van fotogrammetrie besproken.
2. De methode
2.1 De vorming van het blok
Na de uitvoering van de strooksgewijze lucht
fotografie van grotere gebieden volgt de gebrui
kelijke fase van de blokvorming. De bedoeling
ervan is om op die manier het geheel van el
kaar overlappende luchtfoto's in te passen in
een terrestrisch coördinatenstelsel (de blokver-
effening). Langs de rand van het blok worden
- voorafgaande aan de luchtfotografie - punten
waarvan de terreincoördinaten bekend zijn zo-
danig van een signaal (veelal een witte schijf)
voorzien, dat deze punten op de foto's zichtbaar
zijn. Opeenvolgende foto's in de stroken over
lappen elkaar standaard met 60% (en vormen
zo een stereomodel) en aangrenzende stroken
hebben een overlap van 20%. Op deze manier
wordt een gebied geheel bedekt door elkaar
overlappende foto's, waardoor de mogelijkheid
voor een stereoscopische beeldvorming van het
terrein ontstaat als uitgangspunt voor een kar
tering.
Voor het gehele blok wordt een overzicht van
de stereomodellen gemaakt. Behalve de mar
kering van de paspunten worden ook de ver
bindingspunten van de opeenvolgende stereo
modellen gekozen. De bedoeling daarvan is,
dat van deze verbindingspunten door middel
van een blokvereffening de terrestrische coör
dinaten worden bepaald, zodat ze kunnen
dienen als inpaspunten voor de stereomodellen.
In de fase van de kartering kan dan voor elk
model afzonderlijk de noodzakelijke absolute
oriëntering worden uitgevoerd.5
Als destijds voor de uitvoering van zo'n blok-
vereffening geen computercapaciteit beschik
baar was, was het bepalen van de coördinaten
van deze verbindingspunten een wezenlijk pro
bleem, zelfs praktisch ondoenlijk. Vandaar dat
gezocht werd naar analoge methoden.
Bekend was in de jaren 50 al de slotted templet
methode, maar deze methode was - gezien de
geringe nauwkeurigheid - eigenlijk alleen
maar geschikt voor beperkte toepassingen. Bij
de slotted-templet-methode gaat het namelijk
om een grafische bepaling van vereffende
coördinaten.
2.2 Een nieuwe methode
Voor toepassingen waarbij een grotere nauw
keurigheid werd vereist, ontwikkelde Jerie
daarom een nieuwe methode. Hij maakte daar
bij gebruik van de analogieën die er bestaan
tussen de mechanica en de vereffenings
theorie.6 Daartoe wordt het hiervoor genoemde
3
3 F. Ackermann, Mijn herinneringen aan het ITC in Delft 1958-1966, in: DHC 2009-1
4 H. Zorn, Vroege Blokvereffening, in: DHC 2009-1
5 J. Timmerman, Inleiding Fotogrammetrie; diktaat 1992 voor HTS en gebruikt bij het onderwerp fotogrammetrie in HTW 1996
6 H.G. Jerie, WeitereAnalogienzwischen Aufgaben derMechanikundderAusgleichungsrechnung. ÖVfV, Wien Marz 1960
Strooksgewijze
luchtfotografie
2017-1 De Hollandse Cirkel