plets de paspunten worden geplot. Omdat -
zoals hiervoor is beschreven - de overeen
komstige punten van de sectietemplets in de
0-positie 12 cm uit elkaar zijn ingesteld op
de multiplets, moet daarbij rekening gehou
den worden bij het plotten van de paspunten.
Tussen twee paspunten moet dus, afhankelijk
van het aantal secties dat er tussen ligt, extra
ruimte gelaten worden voor de multiplets.
2.4 De toepassing
Met de beschreven onderdelen van het analoge
computersysteem wordt vervolgens het sy
steembord in 0-positie ingericht. De paspunten
worden voorzien van multiplets en de sectie-
templets worden uitgelegd. Tussen elk van de
sectietemplets wordt dan dus de genoemde
12 cm tussenruimte gelaten. Gebruik wordt
gemaakt van bij het systeem geleverde studs en
plaatjes met gaatjes in een vierkant van
12x12 cm en een gaatje in het centrum ervan.
sche coördinaten ten opzichte van de eerder
berekende voorlopige blokcoördinaten.
Een multiplet bestaat uit metalen armen
waarop stalen veren met studs zijn bevestigd.
Als op deze studs een kracht wordt uitge
oefend door de ingestelde tegenspraken, ver
toont de veer een uitwijking die evenredig is
aan de uitgeoefende kracht.
In geval er geen sprake is van tegenspraken
- de zgn. 0-situatie - liggen de studs op de
multiplets precies 12 cm uit elkaar.
- Een systeembord van vaak wel meer dan
3x3 m, dat in zijn geheel wordt voorzien van
mm-papier waarop op de schaal van de tem-
Er wordt op gelet, dat voor iedere sectie de
studs 5b zich in deze 0-fase in het midden van
de gleuven bevinden en op die manier precies
de op de templets aangegeven sectiehoek
punten markeren.
Als alle onderdelen op deze manier op het
systeembord zijn bevestigd, wordt het centrum
van het vierkante plaatje gemarkeerd op het
mm-papier. Dit punt is nl. het centrum van de
Multiplets
Studs
Instelbord
Plaatjes met gaatjes in een vierkant van 12x12 cm
en een gaatje in het centrum
2017-1 De Hollandse Cirkel