NAVIGATION. DU PILOTAGE. vertrekken. Dan zou de Republiek een kundig persoon armer zijn. Het genootschap had zich er vervolgens van vergewist dat deze instru mentmaker in de wandelgangen de 'Maak-al van Veere' werd genoemd. Na onderzoek oor deelde men dat Schichner weliswaar enthou siast was en onmiskenbaar talent had, maar dat hij nog veel moest leren en daarom een be kwame leermeester nodig had. In hun ogen was Van Iperen dat niet. Dat zal mede veroor zaakt zijn door het feit dat hij enkele onwelge vallige opmerkingen had gemaakt, die bij en kele directeuren van het Genootschap, vooral bij de heer Haringman van de admiraliteit, in het verkeerde keelgat waren geschoten. Van Iperen had namelijk kritiek op de kennis en kunde van de Hollandse zeelieden. Hij meende dat men er goed aan zou doen om zich te ver diepen in het gedachtegoed van Bouguer. Pleidooi voor Bouguer Hoewel de praktische vaardigheden van Hol landse stuurlui respect afdwongen, was er rond 1740 in de Republiek een achterstand ontstaan in het toepassen van nieuwe methoden en ont wikkelingen op het gebied van navigatie.2 Van Iperen raadde het Genootschap aan om over te gaan tot de aanschaf van de Traité de naviga tion van Bouguer.3 Nu is niet geheel duidelijk op welk werk hij doelde. Jean Bouguer had in l698 reeds een werk uitgegeven onder de titel Traité complet de la navigation.4 In dit ge schrift wordt ingegaan op slechts één methode om de breedte te kunnen bepalen. Zijn zoon Pierre Bouguer gaf eveneens een werk op dit gebied uit: Nouveau traité de navigation, con- tenant la théorie et la practique du pilotage. Dit werk stelt meer technieken aan de orde.5 Van Iperen zal dan ook waarschijnlijk het boek van zóón Bouguer op het oog gehad hebben. Het werd in 1753 uitgegeven en beleefde een herdruk in 1760. Later werd het nog eens her drukt in 1780 en 1792. Het boek was dus in NOUVEAU TRAITÉ LA THÉORIE ET LA PRATIQUE Van Iperens tijd in de Franstalige wereld be paald niet verouderd.6 Het is echter wel de vraag of Van Iperen met het aanraden van Bouguers werk een goede inschatting heeft gemaakt. Bouguer waar schuwde namelijk ook tegen bepaalde nieu were technieken van breedtebepalingen. In de Republiek had Cornelis Douwes een nieuwe methode ontdekt voor breedtebepaling. De techniek bestond erin dat er niet één, maar twee zonswaarnemingen gedaan moesten 62 C O H T E If A ?f T fat At. IIülT. i k de F/te.ldètr,Jt liry.ite dei ieitüftide In i'xütè Keyn/e de Limiet f, e? Ihewiiftdef Ar.tdrmif de Murineerdcjin Hydii^Apic da lt(r an Pen J* Crer/Ff Jft //utrnr Jf-Giwj. üfvu fc Abriji rsr JU. JAbbd DE LA CAlLJLE de li miüie Académie Kojitc dei Scicr.ccftic. Air Kjuih f* Taillisttta. A PARIS, Giti H.!.. (jKiiin te L.E. Dclatouaj "te $t JiCques, i S, Tbonlaf ifAqian. M. DCC. L X. Aret Afpeeleiitn t Ja Titelpagina boek van Bouguer uit 1760 (Koninklijke Bibliotheek KW 661 N14) 2 W. F. M Mörzer Bruyns, Konst der stuurlieden. Stuurmanskunst en maritieme cartografie in acht portretten 1540-2000 (Zutphen 2001) 26; Ernst Crone, Cornelis Douwes, 1712-1773. Zijn leven en zijn werk met inleidende hoofdstukken over navigatie en zeevaartonderwijs in de 17e en 18eeeuw (Haarlem 1941), p. 1 3 Zeeuws Archief, Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, inv.nr. 60, Van Iperen aan het genootschap, 9 januari 1772 4 Crone, Cornelis Douwes, p. 175-176 5 Crone, Cornelis Douwes, p. 176 6 Crone, Cornelis Douwes, p. 76 2017-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 12