ZEEKAARTEN, worden, één vóór het bereiken van het hoogste punt door de zon, en één na het bereiken van het hoogste punt door de zon. Het voordeel van deze methode met twee metingen was dat men niet meer afhankelijk was van een breedte bepaling per dag. Het kon immers zijn dat er bewolking optrad op het moment dat de zon haar hoogste stand had bereikt. Men moest dan een etmaal wachten voor men weer een nieuwe breedtebepaling uit kon voeren. Toen Cornelis Douwes zeker was van de bruikbaarheid van zijn methode, publiceerde hij hierover in 1754 in de Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij.7 Zijn methode werd vervolgens een jaar later reeds bekend in Engeland.8 Bouguer en zijn medestanders vonden deze methode te onnauwkeurig. Maar mede door het verwerpen hiervan stagneerde de ontwik keling van de navigatie in Frankrijk, terwijl in Engeland en de Republiek deze doorging.9 Van Iperen beval dus in dit opzicht een verkeerd boek aan bij het Genootschap. 'Myne globe van Adams hielp ons wederom uit den dut' Bij zijn vertrek had Van Iperen veel van zijn bezittingen moeten verkopen, omdat slechts weinig bagage meegenomen kon worden. Maar van zijn globe van Adams kon hij geen afstand doen. En deze kwam hem goed van pas.10 George Adams (1709-1772) en zijn zonen George jr en Dudley waren instrumenten makers die zich in de jaren zestig van de acht tiende eeuw toelegden op het vervaardigen van globes. In 1765 maakten zij een globe die vooral veel bekendheid kreeg in de Republiek. Met deze globe wilde Adams de copernicaanse theorie duidelijker demonstreren. Hiertoe had hij extra ringen en andere schaalverdelingen rond de globe aangebracht. Voor deze globe werd zelfs een Nederlandse handleiding ge schreven. De globes van Adams genoten voor al waardering onder wetenschappers.11 Op 11 oktober 1778 bereikte men de evenaar, en ook dit was goed voor een nieuwe gewaarwording. Pag- afii I EENIGE WAARNEMINGEN, NUTTIGHEID VERBETEREN ONZER HOLLANDSCHE JOSÜA VAN IPEREN, I. het my vooFkoomtzou het wenlèhulyfc zyn, dat Éiile Natiën, iuzon- R 4 der- De orders van de compagnie luidden dat men de zogenaamde Wagenweg moest aanhouden, maar het lukte in het geheel niet: de stromen en de winden maakten dat onmogelijk. De stuurlui en bootsgezellen waren door deze stro men en winden nog nooit zo oostelijk geweest. Normaal gesproken hadden de schepen van de Oost-Indische Compagnie te maken met lang durige stilte en ondragelijke hitte, maar tijdens deze reis was de warmte dragelijk en stond er 63 OVER I> S VAM H T MAAR Pï IlJJELsCHf M FitANSCUEc O O O Et Josua van Iperen, Eenige waarnemingen over de nuttigheid van het verbeteren onzer Hollandsche zeekaarten naar de Engelsche en Fransche, in: Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen I (Batavia 1779) 7 Mörzer Bruyns, Konst der stuurlieden, p. 60-61; Crone, Cornells Douwes, p. 153-290 8 Crone, Cornelis Douwes, p. 271 9 Crone, Cornelis Douwes, p. 176-177 10 Josua van Iperen, Eenige waarnemingen over de nuttigheid van het verbeteren onzer Hollandsche zeekaarten naar de Engelsche en Fransche, in: Verhandelingen van hetBataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen I (Batavia 1779) p. 267 11 Diederik Wildeman, De wereld in het klein. Globes in Nederland (Zutphen 2006), p. 68-71 2017-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 13