een frisse zuidwestelijke wind. Men kon het niet verklaren. Van Iperen dacht aan James Cook, die rond de evenaar evenmin windstilte kende, maar altijd frisse koelte. Op geen van de Hollandse zeekaarten stonden deze winden echter vermeld. Toen Van Iperen zijn globe raadpleegde, ontdekte hij dat deze winden wel degelijk op deze globe stonden aangegeven. Hij was van mening dat het oostelijk afdrijven van de passaatwinden een positieve invloed kon hebben: men kon er gemakkelijker kaap Augustijn door vermijden. Hij meende dan ook dat het goed zou zijn om deze ook op de Hol landse zeekaarten aan te tekenen.12 Pleidooi voor het instellen van een gezamenlijke eerste meridiaan Tijdens zijn tocht naar Oost-Indië had hem nog een gebeurtenis aan het denken gezet. Op 2 oktober 1778 bevonden zij zich op 3 graden en 11 minuten ten noorden van de evenaar. De stuurman van een Frans slavenschip praaide hen en vertelde hen dat hij zich op 18 graden bevond. Voorwaar geen klein verschil. De Franse kaartmakers en zeelieden werden ech ter sinds enige tijd gelast om de eerste meridi aan op Isle de Palma, het meest noordelijke van de Canarische eilanden, te stellen. Van wege het feit dat ieder land zijn eigen eerste meridiaan stelde konden dergelijke misverstan den ontstaan. Hierover en over het feit dat allerlei ontdekkingen niet verwerkt waren op de Hollandse zeekaarten besloot Van Iperen een verhandeling te wijden.13 Het viel hem op dat de Hollandse kaarten in vergelijking met kaarten van Engelse en Franse makelij nogal wat mankementen vertoonden. Allerlei ontdek kingen, gedaan door Engelsen en Fransen als James Cook en Louis Antoine de Bougainville, waren op de Hollandse zeekaarten niet ver meld. Van Iperen stelde dan ook voor om dit alsnog te doen.14 Ook brak hij een lans voor het afspreken van wat nu de 'nulmeridiaan' genoemd wordt; hij sprak over de 'eerste meri diaan'. 15 Ieder land had zijn eigen meridiaan. Zo liep deze meridiaan voor de Hollanders door Amsterdam, voor de Spanjaarden door Tenerife, voor de Engelsen door Greenwich en voor de Fransen door Isle de Palma. Volgens Van Iperen zou het een grote verbetering zijn wanneer hierover internationale afspraken ge maakt zouden worden. Hij was bereid om de Fransen te volgen: 'Niets gevoegelyker zou my toeschynen, daaromtrend, te kunnen worden uitgedacht, dan dat, by het verbeteren van onze Zeekaarten, ook onze Natie Isle de Pal ma, als den eersten meridiaan van den Fran- schen overnaame.'16 Deze 'toegevendheid' zou een heilzaam voorbeeld zijn voor andere zee mogendheden. Dat Van Iperen koos voor de Fransen en niet voor de Engelsen komt wellicht door het feit dat de Republiek in oorlog was met Engeland. Het zou nog tot 1884 duren voor een internationale conferentie de Britse meridi aan van Greenwich zou kiezen als officiële nulmeridiaan;17 en vervolgens nog tot 1911 voor Frankrijk dit overnam en tot 1912 voor de Verenigde Staten hun meridiaan van Washing ton loslieten.18 Conclusie We kunnen concluderen dat Van Iperen be langstelling had voor navigatie, maar het feit dat hij zich sterk maakte voor het werk van Bouguer, dat juist stagnerend werkte op ver nieuwingen, laat zien dat hij onvoldoende ken nis in huis had. Van Iperen had zeer zeker een vooruitstrevende inborst, dat blijkt uit zijn op roep tot het verbeteren van de Nederlandse zeekaarten naar Engels en Frans model en zeker ook uit zijn pleidooi om een algemene eerste meridiaan in te voeren. Pas jaren later kwam het inderdaad tot een aanpassing van zeekaarten en de introductie van de nulmeridi aan. Wat dat betreft was hij zijn tijd vooruit. Van Iperen was zeer enthousiast en belangstel lend, maar zijn kennis schoot te kort, waardoor finesses hem ontgingen. 64 12 Van Iperen, 'Eenige waarnemingen', p. 267-268 13 Van Iperen, 'Eenige waarnemingen', p. 265 14 Van Iperen, 'Eenige waarnemingen', p. 271-272 15 Van Iperen, 'Eenige waarnemingen', p. 264 16 Van Iperen, 'Eenige waarnemingen', p. 265 17 Mörzer Bruyns, Konst der stuurlieden, p. 11 18 Jeremy Black, Cartografie, de verbeelding van de wereldgeschiedenis (Warnsveld 2004), p. 14 2017-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 14