Het landmeters-KB van 1825 Adri den Boer Koning Willem I kwam dankzij de viering van '200 jaar Koninkrijk' met onder andere de expositie '24 uur met Willem' in het Nationaal Archief in 2015/2016 wat meer in beeld. Dat gold nog niet voor het te Brussel 'gegeven' Koninklijk Besluit (KB) van Willem I van 31 juli 1825 (Staatsblad nr 63),'houdende bepalin gen nopens de uitoefening van het beroep van landmeter'. (Het was na 200 jaar aanleiding tot het schrijven van deze bijdrage, maar DHC 'heeft geen kopijgebrek'.) In de eerste helft van de 19de eeuw kende de Waterstaat ambachtelijke en militaire ingeni eurs. De eerste categorie was door ervaren col lega's in de praktijk geschoold. Het merendeel van de ambachtelijke ingenieurs had het land metersexamen afgelegd. 'In zekere zin kan de landmeter dan ook worden gezien als voor loper van de waterbouwkundig ingenieur. Illustratief in dat verband is het reorganisatie- besluit van de Waterstaat van 14 november 1810. Artikel 21 daarvan bepaalde dat de 'ingénieurs-ordinaires' van het Corps des Ponts et Chaussées die in Holland dienst deden, zouden worden gekozen uit de land meters van de Waterstaat.'1 Minstens de eerste decennia na 1825 hadden de provinciale hoofd ingenieurs van Rijkswaterstaat ook een cruci ale rol bij de landmetersexamens. KB van 1825 'Niemand zal het beroep van landmeter mogen uitoefenen, dan na vooraf hiertoe op de na te melden wijze te zijn geëxamineerd en be- eedigd, en onverminderd de verpligting tot het nemen van patent', aldus het eerste lid van het KB van 1825. De gegadigde 'zal zich deswege schriftelijk tot den Gouverneur zijner provincie moeten wenden, ten einde te worden toegelaten tot het afleggen van een voorafgaand examen van zijne bekwaamheden; hetwelk bij deze a wordt opgedragen aan eene commissie, bestaande uit den hoofd-ingenieur der provincie, en twee gezworen landmeters, door den provincialen Gouverneur, in ieder voorkomend geval, te benoemen, zullende het voorzitterschap altoos door den hoofd-ingenieur worden waargeno men', aldus het tweede artikel. De door deze commissie af te geven akte van be kwaamheid kostte ƒ25. De landmeter kon daarmee naar de rechtbank voor de beëdiging, waarna hij in het hele Rijk bevoegd was. Het korte derde artikel zei dat de beëdigde landmeters zich in alle akten moesten noemen 'gezworen landmeters, als zoodanig door de regtbank van eersten aanleg te wettig bevoegd.' Natuurlijk was er overgangsrecht. Artikel 4: 'Alle personen wel ke thans binnen dit Rijk, het beroep van land meter uitoefenen, zonder daartoe door eene bevoegde autoriteit geëxamineerd en beëedigd te zijn, zullen zich, binnen den tijd van twee maanden, na de dagteekening dezes, tot den Gouverneur hunner provincie moeten wenden, ten einde, het bij art. 2 bedoelde examen te ondergaan, en vervolgens daarvan een wettig bewijs te bekomen; zullende, na verloop van dezen termijn, geen ongekwalificeerd persoon, het beroep van landmeter mogen uitoefenen'. Het laatste artikel gaat over de bevoorrechting van de kadastrale landmeters: 'De bepalingen in dit besluit vervat, zullen niet toepasselijk zijn op de landmeters van het kadaster, voor 68 fj.) B F.SWtT i"> JT',r" i'ttf i5itfiUnftn il 4 i tIff tl tig vjfl hft ttrttp Imfmrltr, Wij wille H, ju W cumi Kcmco im NiuniLiinnrr Film 'MiinuCulW. LIeitot (iUi Uiiumiidi Hit, mi,tni. WjlItuJï nni|u^ iet bet nrtfr. vm ïnirt t*]nl iD{'IB njMljlfïCk dr ultetfeilnj Ike Imorp nr> linii-imcrï GetleeiettMiorim rin OjUMIfllutn JfliHüe, *n vu eienm- litdlfhl Zi'icI| ISO mpfe On«e JUJeu-r Almlaijiturtr d,r iIJikm hi,inirf,'ntn- L.- uitcucilc itttsa ea pcctjnKm Aanhef van de publicatie van het 'landmeters-KB' in de Nederlandsche Staatscourant van 11 augustus 1825 (www.delpher.nl) Waterstaat en landmeters 1 Roel de Neve, In dienst van 's-Rijks Waterstaat, in: Jaarboek CBG 57, Den Haag 2003, p. 155 2017-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 18