In 1937 geen Vening Meineszmonument voor Delft n Prof.dr.ir. Leen Aardoom De jaren 30 van de vorige eeuw bestreken een roerige periode in geodetisch Nederland: de invoering van de uitkomsten van de Rijks driehoeksmeting (1929-1930), de overdracht van de bijhouding aan het Kadaster (1930), de omvorming van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing (RCGW) tot Rijkscommissie voor Geodesie (RCG, 1930 1937), de K XVIII zwaartekrachtsexpeditie van prof. F.A. Vening Meinesz (1934-1935), de verhuizing van de landmetersopleiding van Wageningen naar Delft (1935), het gereedko men van de nieuwe kadastrale HTW (1938). en noem maar op! Maar, onopvallend als de geodesie in het algemeen werkt, haalden alleen de onderzeese activiteiten van prof. Vening Meinesz de algemene publiciteit; uitbundig in de krant, op de radio en in het bioscoopjour naal. In het bijzonder in 1937, toen de onder nemende hoogleraar op zijn gedenkwaardige transatlantische trip naar Washington D.C. en terug zijn 100.000ste zeemijl boekte, werd ont vangen door president Roosevelt en graag mee werkte aan persberichten. Na zijn terugkomst zou het hem en de Onderzeedienst van de Koninklijke Marine ook niet aan eerbetoon ontbreken. In die economisch moeilijke en internationaal politiek bedreigende jaren 30 zorgden prestaties als die van de bedwinging en inpoldering van de Zuiderzee, het KLM- succes met de 'Uiver' in de Londen-Melbour- nerace en de wetenschappelijke expeditie van Vening Meinesz voor welkome afleiding. Strikt genomen vielen laatstgenoemde prestaties bui ten het primaire aandachtsveld van de com missie, maar het was toch maar de in Delft gevestigde RCGW die Vening Meinesz' zwaartekrachtswerkzaamheden vanaf het be gin op haar programma en begrotingen had staan. Secretaris W. Schermerhorn had de Nederlandse relevantie van de expedities van zijn Utrechtse collega wel eens aan de orde gesteld, maar onder voorzitter J.J.A. Muller - eertijds Vening Meinesz' mentor - werd die motie verworpen.1 Integendeel kreeg Vening Meinesz - in oktober dat jaar aangewezen als de eerste voorzitter van de nieuwe RCG - meer gelegenheid om de internationale zwaarte krachtsmetingen en de aardwetenschappelijke interpretatie te stimuleren. Dadelijk na zijn terugkeer waren er in maart 1937 stemmen opgegaan om de jarenlange vruchtbare samen werking tussen de zeevarende hoogleraar en de Marine op enigerlei wijze met een monument te markeren, maar een plan om dat in Delft te plaatsen kwam niet tot uitvoering. Van Haringvliet en Hollands Diep naar Chesapeak Bay en Potomac In januari 1936 op de werf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen te wa ter gelaten en in oktober daaraanvolgende met standplaats Den Helder bij de Marine in dienst gesteld, voer de onderzeeboot Hr.Ms. O 16 het Haringvliet op om op 12 december vanaf het Hollands Diep, acte de présence te geven bij de feestelijke opening door koningin Wilhel- mina van de nieuwe, ruim één kilometer lange, verkeersbrug bij Moerdijk.2 Die eer viel de nauwelijks ingevaren O 16 ten deel als in die tijd grootste onderzeeboot en recente aanwinst 54 jfi Den Helder, 11 januari 1937: afvaart Hr.Ms. O 16 naar Washington. Uit: Vening Meinesz 1941 1 Leen Aardoom, "Over het drie-slingertoestel van professor F.A. Vening Meinesz: dat het vraagstuk der slingermetingen op zee geacht kan worden definitief te zijn opgelost", De Hollandse Cirkel 9 (2007-3), p. 91-108 2 Haagsche Courant 12-12-1936 2017-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 4