van de Koninklijke Marine. De O 16 was de eerste van een geplande serie moderne onder zeeboten waarin de laatste innovaties op het gebied van de onderzeebootbouw zouden wor den toegepast.3 Inmiddels was toegezegd dat prof. Vening Meinesz met zijn drie-slinger- zwaartekrachtsmeter mee mocht op de aanko mende 'shake-down cruise' van de O 16 over de Atlantische Oceaan naar Washington D.C. en terug. Zo zou deze de gelegenheid krijgen zijn al rijke bestand van mariene zwaarte krachtsstations aanzienlijk uit te breiden. Met de eerste versie van zijn toestel had hij in 1926, met de K XIII via het Panamakanaal op weg naar Java, de Atlantische oversteek al eens ge maakt, maar aanvullende waarnemingen en controle van eerdere waren welkom; in het bij zonder in de omgeving van de te passeren Mid- Atlantische rug, waar weer betrekkelijk grote zwaartekrachtsanomalieën waren te verwach ten. Een spannende reis dus voor de professor, maar ook voor de bemanning en de Marine, voor wie het een missie was om de prestaties van het nieuwe schip onder realistische om standigheden te beproeven. Het uitzonderlijk onstuimige weer, dat zich na vertrek uit Den Helder op 11 januari 1937 al in het Kanaal aankondigde en - soms tot windkracht 11 - de gehele heenreis aanhield, was er de oorzaak van dat de proef, zowel voor schip als beman ning en passagier, een beproeving werd. Laatstbedoelde, die op zijn eerdere lange zee reizen al veel had meegemaakt, hield de thuis- blijvende krantenlezers er tijdens zijn overtocht van op de hoogte en kon er tien jaar later nog met ontzag over schrijven.4 Eerder - onder pseudoniem5 - had oud-marineman A.W.P. Angenent zijn denkbeeldige matroos 1e klas Vandersteng hierover al aan het woord gelaten. Na 100.000 zeemijlen naar Het Witte Huis Een als gevolg van de extreme weersomstan digheden dreigend tekort aan brandstof was er de oorzaak van dat de O 16, na een welkome tussenstop op de Azoren, een zuidelijker route moest kiezen dan gepland, namelijk langs New Foundland; nu dan met de tussenstop op Ber muda, die voor de terugreis was gedacht. Her haaldelijk duiken om slingerwaarnemingen te doen was, zoals gebruikelijk, voor de beman ning niet alleen aantrekkelijk vanwege de toe lage op hun gage, maar op deze reis niet in het minst ook vanwege de stabiliteit van de werk omgeving; vooral als ten behoeve van Vening Meinesz' slingerwaarnemingen extra diep ge doken werd. Na de stop op Bermuda was het op (lengte breedte) 74° 27' W - 36° 21' N dat Vening Meinesz op 12 februari zijn 50ste zwaarte krachtsstation van deze reis vestigde, het 773ste van zijn gehele maritieme bestand (na 55 Stormweer aan boord van de O 16, januari/ februari 1937. Uit: Vening Meinesz 1947 Prof. Vening Meinesz met bemanning op de brug van de O 16, januari/februari 1937. Uit: Vening Meinesz 1947 3 G. de Rooij, "De ontwikkeling in den bouw der Nederlandsche onderzeebooten van 1932 tot 1940", Veertig jaren Onderzeedienst", Amsterdam 1947, p.70-91 4 F.A. Vening Meinesz, "Een stormreis met Hr.Ms. O 16 naar Washington in 1937, Veertig jaren Onderzeedienst", Amsterdam 1947, p. 50-69 5 Albert Chambon, 100.000zeemij! per onderzeeboot met professor Vening Meinesz, Den Helder 1939 2017-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 5