Schermerhorn kreeg daarbij tijdelijk de mooi
ste kamer, met een toiletruimte. Vanuit Bilt-
hoven liet hij daar zijn bed neerzetten. In 1956
verhuisde hij met de ITC-staf naar het nieuwe
gebouw. Zo ontstond aan de Kanaalweg in
Delft een groot geodetisch complex, dat be
stond uit de Onderafdeling Geodesie van de
Technische Hogeschool Delft (TH Delft), het
International Training Centre, de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat en het bedrijf
KLM Aerocarto.
In 1956 begon ik met mijn studie voor geode
tisch ingenieur in Delft. Het tijdperk van de
democratisering van het universitair onderwijs
was nog niet aangebroken. Studenten werden
overal buitengehouden. Van de weeromstuit
hadden wij weinig interesse voor het wel en
wee van de onderwijsinstelling zelf.
Dit veranderde toen ik, nog in mijn studenten
tijd, een volledige baan kreeg bij de leerstoel
Planologische Geodesie. Vanaf 1960 kan daar
om deze beschrijving als een ooggetuigen
verslag worden beschouwd.
Dr.ir. F.Q. den Hollander
Op Wikipedia lees ik dat dr.ir. Den Hollander
als directeur geliefd was bij het personeel van
de Nederlandse Spoorwegen, waar hij werd
aangeduid met zijn voorletters F.Q. Na zijn
pensionering werd hij van 1960-1963 voorzitter
van het College van Curatoren van de TH
Delft.
Bij de TU Delft herinnert men zich hem voor
namelijk als de bestuursvoorzitter die het be
sluit nam om al het houten meubilair te ver
vangen door metalen stoelen, bureaus en
kasten. Bij deze mega-operatie werd behoorlijk
wat oude rommel opgeruimd, maar ook veel
mooie ameublementen verdwenen. Tot teleur
stelling van velen was het nieuwe stalen meu
bilair weliswaar bijna onverwoestbaar, maar
helaas uitgevoerd in de deprimerende kleuren
grijs en zwart.
Prof.ir. R. Roelofs
Zelf was ik nog nooit in de kamer van prof.
Roelofs geweest. Van horen zeggen was het de
mooiste kamer in het gebouw voor Geodesie;
een grote kamer met een mooi uitzicht, een
eigen toiletruimte en prachtig gemeubileerd.
Zijn privacy werd beschermd met een bordje
waarop stond dat bezoekers zich dienden te
melden bij de secretaresse. De nieuwe mede
werker D.L Rodrigues Lopes negeerde op zijn
kennismakingsronde dit obstakel. Hij klopte
aan en trad zonder afspraak naar binnen. Daar
maakte hij kennis met het autoritaire karakter
van de hoogleraar. Verontwaardigd vertelde hij
mij dat prof. Roelofs hem bij zijn kraag had
gepakt, hem naar buiten had geleid en hem met
zijn neus tegen het bordje had geduwd.
Later realiseerde ik mij dat prof. Roelofs met
zijn eigenzinnig karakter niet alleen zijn pri
vacy had beschermd, maar ook had verhinderd
dat het Schermerhorn-meubilair op de schroot
hoop terecht was gekomen.
Kort na mijn promotie tot doctor in de techni
sche wetenschappen belde de secretaresse met
het verzoek om naar de kamer van prof.
Roelofs te komen. Daar kreeg ik niet veel
gelegenheid om het meubilair te bewonderen.
Om de vergadertafel zat hij samen met de
directieleden van de Optische Industrie De
Oude Delft. Op de tafel stond de rangefinder,
het onderwerp van mijn promotie. Over het
vorstelijk aanbod dat mij werd gedaan om het
apparaat in productie te mogen nemen en hoe
het daarmee is afgelopen is te lezen in 'De
loopbaan van een Zondagskind'1. Op die dag
had ik er geen idee van dat ik later niet alleen
het meubilair van de kamer zou erven, maar
ook het adviseurschap van De Oude Delft.
Prof. Roelofs ging in 1970 met emeritaat. Het
meubilair had toen volgens voorschrift alsnog
vernietigd moeten worden, maar toentertijd
spoelde de democratiseringsgolf over de TH en
men had wel andere zaken om zich druk over
te maken.
Het ameublement werd verkaveld, waarbij de
verschillende stukken voornamelijk bij mede
werkers terechtkwamen. Er brak een periode
van vijf jaar aan waarin de verschillende
onderdelen behoorlijk wat averij opliepen.
Elk stuk kreeg toen zijn eigen petite histoire.
115
1 Bogaerts, Theo, De loopbaan van een zondagskind, 46 jaar in de Delftse geodesie. Geodetisch-Historische Monografieën,
Nr. 2 - Loopbaanbeschrijving. Stichting De Hollandse Cirkel, 2012
2017-3 De Hollandse Cirkel