De verkaveling In 1960 kreeg ik samen met ir. György Husti, medewerker van prof. Roelofs, een kamer toe gewezen aan de voorkant van het gebouw voor Geodesie, op de eerste verdieping. De kamer was groot en hoog, maar erg som ber. De vloerbedekking was zwart en met het zwarte en grijze meubilair van Den Hollander werd de zaak er niet vrolijker op. Het uitzicht maakte veel goed: ik keek uit op de Delftse Studenten Roeivereniging LAGA en het drukke scheepvaartverkeer op De Schie. Bij de verkaveling van het meubilair kregen wij de hoofdprijs: de vergadertafel met de zes stoelen. Ik was verguld met deze stukken, die onze kamer meteen veel meer cachet gaven. Het tafelblad was bedekt met een mozaïek van fijne fineerplaatjes. De stoelen waren bekleed met een stof van groen ribfluweel. Helaas hadden wij nogal wat bezoekers die weinig considera tie hadden met het mooie meubilair. Bij bin nenkomst werd meestal de tas of het carrière koffertje op de tafel gelegd of liever gesmeten. De nietjes en paperclips veroorzaakten de no dige krassen. Er werd in die tijd zwaar gerookt, waarbij peuken die van de asbak vielen brand gaten in het fineer veroorzaakten. Er was zelfs een bezoeker die de tafel bijna om zeep hielp door erop te gaan zitten. Het zitje kwam terecht in de huiskamer van de hoogleraarswoning op Kanaalweg 5, die was aangebouwd aan het gebouw voor Geodesie. Het werd daar vermoedelijk geplaatst omdat het eigenlijk te groot was voor de kamer van de wetenschappelijk medewerkers. De huiskamer was de werkruimte van Frits Reneman, de rekenmeester van de onder afdeling, met zijn medewerkers juffrouw Schelfhout en Daan van der Cingel. Daar ging gejuich op, omdat een zitje organiek alleen op hooglerarenkamers werd geplaatst. Nu kwam het zelfs terecht bij een groep die werd aange duid met de enigszins discriminerende afkor ting NWP (Niet Wetenschappelijk Personeel). Daar ontstond een situatie die het beste kan worden omschreven als raising to the occasion. De kamer werd om getoverd tot een gezellige huis kamer met schemerlampen en kaarsjes, 's middags werd een borrel geschonken en vanwege zijn geaardheid kreeg Daan een papieren jurk, gemaakt van mis lukte computeruitvoer. Toen de groep werd overgeplaatst werd de kamer toegewezen aan de werkeenheid van de leerstoel Planologische Geodesie. Van wege problemen met zijn gezond heid had prof. Witt de leiding van de werkeenheid aan mij overge dragen. In de kamer werden drie technisch ambtenaren gehuisvest: Jaap Dubbeld, Jan van Reij en Kor Mulder. Alle drie volgden tevens de studie voor geodetisch ingenieur. Ik had de gewoonte om tussen de middag op hun kamer te gaan lunchen. Op zekere dag zakte ik door een van de stoelen van het zitje en een paar dagen later overkwam Jan van Reij hetzelfde. Onze timmerman, de heer Schapers, verrichte nog wel een noodreparatie, maar voor de zekerheid gebruikten wij de stoelen niet meer. Vrij kort daarna verhuisde de Afdeling Geode sie naar het nieuwe gebouw op Thijsseweg 11. De zoektocht Over het hoe en het waarom van de verhuizing verwijs ik gemakshalve naar 'Het Zondags kind'. Het gebouw was eigenlijk veel te groot 116 Vergadertafel met zes stoelen, nu op tweede verdieping van Science Centre... (foto Adri den Boer) 2017-3 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 14