genieur-verificateur. Zijn verblijf op het departement is in vier woorden samen te vatten: hij kon niet wennen. Dus werd hij per 1 januari 1930 ingenieur-verificateur te Utrecht, later te Amsterdam. Op 1 april 1943 ging hij met pensioen. Per 1 april 1930 ging mr. H. Iwema (1882 1954) de kadastrale belangen op het Mi nisterie van Financiën behartigen. Ook zijn verblijf op het ministe rie kan met bovenge noemde vier woorden worden samengevat. Iwema was oud-land meter en voor zijn komst naar het minis terie hypotheek- mr. H. Iwema bewaarder te Leeu warden. Hij was een bekwaam man, maar psychisch niet sterk. Bovendien vereenzaamde hij op het ministerie, vooral omdat hij een ka dastrale eenling was. De tweede kadasterman - de hoofdcommies H. Tinkelenberg - was in 1930 met pensioen gegaan, nadat hij 23 jaar de kadastrale belangen op het departement had gediend. Iwema werkte aan de totstandkoming van de Ruilverkavelingswet 1938 en was pleit bezorger voor een centrale tekenaarsopleiding van het Kadaster. Die kwam er in 1939. Maar met Iwema ging het niet goed; zelfs over een typiste kon hij niet beschikken. Per 15 maart 1937 werd hij ontheven van zijn functie. Per 1 april 1940 werd hij overgeplaatst naar Gronin gen, waar hij bewaarder werd. 1939-1969: meer leiderschap getoond Per 16 augustus 1939 werd de ingenieur verificateur te 's-Gravenhage, J.H.J. Houben (1877-1954), belast met de waarneming van de functie van Inspec teur van de Hypothe ken en het Kadaster, let wel: naast zijn functie van ingenieur verificateur. Houben was adspirant-landme- ter geworden in 1896, landmeter in 1899, ingenieur-verificateur in 1924. In die laatste functie was zijn standplaats Dordrecht, later Breda en later 's-Gravenhage. In de korte tijd dat Houben waarnemend in specteur van het Kadaster was, is er heel wat gebeurd. De Duitse inval vond plaats. Belang rijk was de instelling van de Dienst voor Bui tengewoon landmeetkundig werk. Bij deze dienst werkten veel mensen, vooral ten behoe ve van ruilverkavelingen en hermetingen en leverde een voortreffelijke onderduikgelegen- heid op. Er werden ook voorzorgsmaatregelen genomen om de kadastrale archieven zo goed mogelijk de oorlog te laten overleven. Op 1 augustus 1942 ging Houben met pensioen, hoewel hij tot 1 juli 1945 zijn op volger nog adviseerde. Per 1 augustus 1942 werd tot Inspecteur van de hypotheken en het kadaster benoemd: W.F. Stoorvogel, die in 1915 bij het Kadaster in dienst was getreden als adspirant-landmeter. Bij zijn aantreden als inspecteur was hij hoofd van het hoofdbureau van de Dienst voor Buitengewoon landmeetkun dig werk te Delft. Houben had hem bij het ministerie aanbevolen. Hij was bekend geworden door de hermeting van Eindhoven. Ook hij had formeel een beperkte taak: adviseur van de Directeur- Generaal der belastingen. Hij hield kantoor op Buiten- 110 J. Zijlstra J.H.J. Houben ncpultDd* v» FljinpTdtn. Order Hfbrfdnj Vth Jt utd. Hgpothekrjl t* KAdüiftr, ii de admimitralcur Mr. H. IwtnUï töfgev«gd sas dea directeur" gntival der BeJastbigcn met coektürtirig van den pcrs&crnkjkcïi tttel van liwpec- leuf van de Hypotheken en het Kadaster. De werkïMBiiwdfii verbonden. üw de behandeling van xaken betreffende de uitvoering, van de wettelijke VMricWfeft net betrekking tot de hypotheken ea het Kadaster ïfjq naar de aid. Indït'Qctc Bctajiingof] en de behandeling van xaken Welke behnoren tot de werksfeer van de ahdeclllitgen Cenirale Dirtctie en Dirtcte BcL&stinfrtn Ll ü-vtrgc- jjun naaf die afdcelingen. Bericht in Kadaster en Landmeetkunde, 1937 2017-3 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 8