hof 37 te 's-Gravenhage, waar ook de hypo-
theekbewaring en de landmeetkundige dienst
waren gehuisvest. Die huisvesting behoedde
Stoorvogel voor evacuatie naar Deventer,
waarheen het hoofdkantoor van het departe
ment in 1943 werd overgebracht. Stoorvogel -
en ook Houben - zal het in de Tweede Wereld
oorlog niet gemakkelijk hebben gehad. De
bezetter zadelde het Kadaster op met allerlei
maatregelen over vervreemding van landbouw
gronden, deviezenbepalingen, Joods grondbe
zit, controle op hypotheekrente enz. Daarnaast
moesten opgaven worden gedaan over bij het
Kadaster werkzame mannen ten behoeve van
de tewerkstelling in Duitsland, de Ariërverkla
ring, enz. Het betekende een voortdurend
balanceren tussen formele medewerking en
sabotage. De bezetting had het rechtsverkeer in
onroerend goed sterk doen teruglopen, maar
direct na de bevrijding kwam er werk aan de
winkel: heel veel zelfs. Persoonlijk heb ik
Stoorvogel niet gekend, hoewel hij in 1982 nog
aanwezig was bij de viering van het 150-jarig
bestaan van het Kadaster. Maar collega Jo
Henssen (1926-2015) heeft nauw met hem
samengewerkt en roemde altijd Stoorvogels
kalmte, inzicht, wijsheid, kennis, integriteit en
groot gezag. Ik geloofde dat allemaal graag,
want Jo was een scherp criticus. Per 1 mei
1947 stelde de minister een afdeling Kadaster
en Hypotheken in (vanaf 1956 directie ge
naamd), zodat Stoorvogel wat personeel kreeg.
Hij bleef echter een adviseur van de minister
en had over het personeel van het Kadaster in
den lande geen zeggenschap, althans formeel
niet. Stoorvogel had een afkeer van overhaaste
beslissingen.
Onder Stoorvogels leiding kwam heel wat tot
stand; te noemen is:
de letterlijke overschrijving van akten werd
vervangen door indiening van afschriften;
een nieuwe regeling voor de scheepsboek-
houding, in verband met het nieuwe binnen-
vaartrecht;
regeling van de appartementseigendom;
het filmplan, waardoor mechanische repro
ductie mogelijk werd;
inzet van fotogrammetrie voor kaartvervaar
diging;
inzet moderne apparatuur: rekenmachines,
planimeters, lichtdrukapparatuur, dienst
auto's, e.d.;
een nieuwe Instructie Kadaster.
Stoorvogel ging op 1 juni 1958 met pensioen.
Op die dag volgde mr. ir. S.M. Meelker (1913
1968) hem op; hij was reeds vanaf 1 juni 1951
werkzaam ter directie Kadaster en Hypotheken
op het ministerie. Meelker trad in de voet
sporen van Stoorvogel. Hij was zeer erudiet. In
1937 was hij landmeter te Amsterdam gewor
den, later te Eindhoven, Almelo en Groningen.
In 1955 haalde hij zijn doctoraal examen rech
ten en een jaar later werd hij geodetisch inge
nieur. Als secretaris van de Staatscommissie
inzake het Kadaster heeft hij aan de totstand
koming van het rapport van die commissie
veel werk verricht. Hij leed in toenemende
mate aan suikerziekte en is lange tijd ziek thuis
geweest. Aan zijn ziekbed op het eind van zijn
leven, wilde hij slechts één medewerker van
het Kadaster zien: Jo Henssen, met wie hij
goed kon samenwerken. Zijn ziekte noopte
deze begaafde man om per 1 januari 1968 ont-
111
W.F. Stoorvogel
mr. ir. S.M. Meelker
2017-3 De Hollandse Cirkel