nent zijn door hem 'gecreëerde' matroos 1ste
klasse Vandersteng daarin meestal aan het
woord, zo ook nu op bladzijde 58:
"Toen de heer Vening Meinesz het resul
taat van zijn bevindingen met de O 6 aan
de commissie voor graadmeting en water
passing mededeelde, werd direct het groote
belang ingezien van proefnemingen op lan
ge trajecten. De heer E.P. Westerveld was
toen minister van marine en deze verleende
dr. Vening Meinesz onmiddellijk toestem
ming om met een der onderzeebooten, die
naar Indië zou vertrekken, mee te gaan."
In dit verband schijnt Hr.Ms. O 6 voor het eerst
in beeld te zijn gekomen. Heeft Angenent het
nu zelf verzonnen, of had de in Marine-zaken
doorgaans goedgeïnformeerde schrijver het
verhaal uit niet vermelde bron? En zo ja,
welke/wie was dat dan? Opmerkelijk blijft
daarbij - het is al vermeld - dat voorzitter
Angenent van de vermeende eervolle rol van
de O 6 geen gewag had gemaakt toen hij in
1937 de gemeente Delft trachtte te interesseren
voor zijn plan om de bovenbouw van de onder
zeeboot op te nemen in een plaatselijk monu
ment.
Mogelijk was hem, later al schrijvende, het
verhaal ter ore gekomen; of - wie zal het zeg
gen? - heeft hij, als de teleurgestelde initiatief
nemer voor het gestrande Delftse plan, 'zijn'
O 6 toch nog eens onder de aandacht willen
brengen.
Als dit laatste het geval was, dan vond
Angenent, alias Albert Chambon, bij de
'anonieme Helderse schrijver'29 al gehoor
voordat de eerste druk van zijn boek was uit
verkocht en hadden de woorden die hij matroos
Vandersteng over de rol van de O 6 in 1923 in
de mond legde, hun doel niet gemist:
"Naar Indië is dit schip nooit geweest. Het
zocht het bij honk. Maar dit neemt niet weg
dat de allereerste duikproef van Prof.
Vening Meinesz met de O 6 gehouden
werd. De O 6 droeg als eerste het toestel
voor de bekende experimenten."
De mogelijkheid van een verband tussen beide
Helderse pennevruchten lijkt onmiskenbaar en
de vraag dringt zich op of het niet Angenent
zelf - of een medestander - was die, zich uit
gevende voor een geïnteresseerde koper, om
een bezichtiging had gevraagd en daarna ano
niem de pers had gezocht. Een gewaagde spe
culatie, maar de coïncidentie van het verschij
nen van Chambons boek (eind juli 1939) en de
openbare verkoop van de O 6 (op 10 augustus)
is opmerkelijk en lijkt niet toevallig. De ver
moedelijk gefingeerde bezichtiging van de O 6
in Den Helder moet vóór de verkoop hebben
plaatsgehad en daarmee rond, of waarschijnlijk
zelfs vóór, het verschijnen van de eerste druk
van het boek.
Hoe dan ook, het hardnekkig misleidende ver
haal over de rol van de O 6 was geboren.
156
Matroos 1ste klas Vandersteng. Portret op omslag
Albert Chambon, "Marine gewoonten en
gebruiken", Den Helder, 1941
29 Zie noot 2
2017-4 De Hollandse Cirkel