De meeste kinderen uit Gelderland van ver
mogende ouders gingen voor hun universi
taire studie echter naar Utrecht of Leiden.
Harderwijk stond bekend om zijn voordelige
studie, deze reputatie wordt op een ietwat
plastische wijze geboekstaafd in het volgende
oude rijmpje:
'Harderwijk is een stadje van negotie
Men koopt er bokking en bullen van
promotie.' 9
Uit nieuwsgierigheid volgde Krayenhoff ook
anatomische, fysiologische en chemische
lessen. Omdat de rechtswetenschappen hem
totaal niet konden boeien, heeft hij die lessen
dan ook, zonder dat zijn ouders het wisten,
niet meer gevolgd. Toen de grote vakantie
begon durfde hij eigenlijk niet naar zijn
ouders te gaan, omdat hij bang was voor hun
reactie over zijn koersverandering bij de stu
die. Daarom ging hij in Nijmegen eerst langs
bij zijn oom M.J. de Man (sr), de arts, met de
vraag of die zijn vader wilde voorbereiden op
zijn verandering in de studie. Deze slaagde
erin om zijn vader ervan te overtuigen dat hij
zijn zoon niet moest verplichten een weten
schappelijke studie te volgen die in strijd was
met diens ambities. Zijn vader begreep wat
een opoffering het al voor zijn zoon was, dat
deze geen militaire loopbaan had mogen
kiezen. Hij kreeg toestemming om een studie
Geneeskunde te volgen, maar mocht daaraan
voorafgaand studeren als Leraar (Doctor) in
de Wijsbegeerte en Meester der vrije Kun
sten. Deze laatste beide titels behaalde hij in
1780.10
In april 1782 overleed zijn vader aan een
kortstondige hevige ziekte op de leeftijd van
60 jaar. Zijn moeder bleef achter met één
zoon en zeven dochters, 'met zeer weinig
middelen van bestaan'.11 Toch mocht Cornelis
van haar doorgaan met zijn studie! Toen hij
bezig was om zich voor te bereiden op de af
ronding van zijn studie, gepland in het najaar
van 1783, en hij eind juni voor de grote va
kantie terug ging naar Nijmegen om daar aan
de afronding van zijn dissertatie te werken,
heerste in die stad een persloop-epidemie
(dysenterie). Bijna alle artsen, onder wie ook
zijn oom M.J. de Man (sr), waren door de
ziekte aangetast. Onze Krayenhoff kon zich
als aankomend arts uiteraard niet onttrekken
aan de taken die hem hier te wachten ston
den. Pas in de maand november keerde hij
terug, zonder zijn dissertatie te hebben afge
maakt. Op aanraden van zijn leermeesters
heeft hij toen een dissertatie geschreven in
het Latijn, waarvan de titel in het Nederlands
is 'een kort overzigt, bevattende eene be
schrijving van den Nijmeegschen persloop',
waarop hij op 5 januari 1784 de graad van
'Medicinae Doctor' behaalde. Zijn in druk
uitgegeven dissertatie was maar tien blad
zijden 'dik'.12
Amsterdammer
Op 15 april 1784 vestigde Krayenhoff zich in
Amsterdam, waar hij enkele weken later toe
stemming kreeg om een dokterspraktijk te
beginnen. Behalve in de Geneeskunde was
hij ook erg geïnteresseerd in de Natuurweten
schappen en vooral in de leer der elektriciteit.
Al in 1782 heeft hij, op verzoek van 'de Rege
ring van de stad Doesburg' onder zijn leiding
een bliksemafleider laten plaatsen 'om den
grooten kerktoren aldaar' te beschermen
tegen blikseminslag, 'welke de eerste was
hier te lande aan zodanig stedelijk gebouw
geplaatst'.13
Hij raakte in Amsterdam al spoedig bevriend
met 'de meest beroemde Doctoren en Geleer
den uit dien tijd' en dankzij hen verkreeg hij
op 24 oktober 1784 het lidmaatschap van het
geleerde Genootschap Concordia et Libertate
in die stad.
Op 20 maart 1788 trouwde Krayenhoff te
Harderwijk met Johanna Geertruid van der
Plaat, geboren te Grave aan de Maas, 'uit een
159
9 D.K. Bloemendaal: "Krayenhoff (1758-1840)", in het Orgaan der Vereniging van Technische Ambtenaren van het
Kadaster, 16e jaargang nr. 3, mei 1958, blz. 82 t/m 89, dit gedeelte komt van blz. 84. Zie ook Uitterhoeve blz. 41 t/m
46, op blz. 43 is het rijmpje aangevuld als "...Men verkoopt er bokking, blauwbessen en bullen...".
10 Tydeman, blz. 8 t/m 10, Uitterhoeve, blz. 46 t/m 54
11 Tydeman, blz. 10; Uitterhoeve, blz. 54 t/m 56, relativeert de opmerkingen van Krayenhoff.
12 Tydeman, blz. 10 t/m 12; Uitterhoeve, blz. 56 t/m 59
13 Tydeman, blz. 13 en 14; Uitterhoeve, blz. 59 t/m 61
2017-4 De Hollandse Cirkel