ring over naar het Revolutionair Comité en
nam Krayenhoff het Militaire Commando van
de stad over, zonder dat er ook maar één
druppel bloed was gevloeid. Vanaf dat moment
kreeg hij steeds meer functies toebedeeld op
militair gebied, zoals de vestingbouw, en op
waterstaatkundig gebied. Ook moest hij zelf
mee ten strijde trekken.
Op 18 januari 1795 is Stadhouder Willem V
naar Engeland gevlucht.16 De volgende dag
werd de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden vervangen door de Bataafse Re
publiek, een nieuwe eenheidsstaat. Op 9 maart
1795 besloten de Voorlopige Representanten in
Den Haag dat alle politieke en bestuurlijk ge
zagsdragers, onder wie ook militairen, alsmede
religieuze ambtsdragers, een nieuwe eed of
belofte moesten afleggen.17 Het was of de ver
klaring ondertekenen, of ontslag nemen. Veel
militairen namen ontslag, onder wie ook de
neef van onze Krayenhoff, de jonge Maximili-
aan Jacob de Man (jr), die toen bijna 30 jaar
oud was. De Man was betrokken geweest bij
de verdediging van de vesting Grave tegen de
Fransen, waarbij hij aan zijn rechterarm ge
wond was geraakt.18 Hij was zijn militaire
loopbaan begonnen op 22 mei 1782, bijna 17
jaar oud. Samen met collega-militair ingenieur
M.A. Snoe(c)k had hij onder andere het 'Land
van tusschen Maas en Whaal en van het Rijk
van Nijmegen' opgemeten. Van de ongeveer 26
militaire ingenieurs die zich onder het oude
bewind in meerdere of mindere mate hadden
beziggehouden met karteringswerkzaamheden,
bleven er na de omwenteling nog slechts zes in
dienst. Ook de stadhouders-gezinde Snoe(c)k
wilde de eed niet tekenen en nam ontslag.19
Krayenhoff tekende wel en mocht dus blijven.
Omdat zijn oom Krayenhoff hem in bescher
ming nam, raakte De Man jr wel zijn militaire
functie kwijt, maar mocht hij als burger zijn
metingen voortzetten.20 De net gevormde Ba
taafse Republiek raakte zo in korte tijd veel
trouwe militairen kwijt. Verder moest de Repu
bliek Zeeuws-Vlaanderen en de Generaliteits
landen van Overmaas (van Venlo tot Maas
tricht) aan de Fransen afstaan. Vanaf die tijd
werd de Bataafse Republiek door de Engelsen
de oorlog verklaard, een strijd die jarenlang
zou duren, met alle gevolgen van dien.21 Maar
gelukkig trad op 1 maart 1796 Staats-Brabant
toe.22
De aanleiding voor zijn metingen
In 1798 kwam er, na een door de Fransen ge
steunde staatsgreep, een nieuwe 'grondwet', de
Acte van Staatsregeling. Hierbij werden de
oude provincies opgeheven en vervangen door
acht departementen, zoals dat ook in Frankrijk
het geval was. Wie de kaart goed bekijkt zal
het opvallen dat de Departementen nogal ver
schillend van oppervlakte zijn. De verdeling
was namelijk zo gemaakt, dat bij al de Depar
tementen het inwonertal ongeveer gelijk was
(namelijk tussen de 213.000 en 243.000 inwo
ners). De Departementen zelf werden onder
verdeeld in zeven 'ringen'. Om deze nieuwe
indeling bij bestuurders en burgers bekend te
maken, besloot het Uitvoerend Bewind om een
nieuwe kaart te maken van het grondgebied
van de Bataafse Republiek op de schaal van
1 duim 800 Rijnlandse roeden 1: 115.200,
namelijk 12 duim is 1 voet, 12 voet is 1 roede,
dus 12 x 12 x 800), en deze kaart moest in
druk worden uitgegeven!23 In datzelfde jaar
onderzocht een commissie uit het parlement de
mogelijkheid, of zo'n kaart was samen te stel
len uit bestaand kaartmateriaal, maar dat leek
hun niet goed mogelijk. Omdat veel van de
nieuwe grenzen werden gevormd door kustlij
nen en stroomgebieden van rivieren, werd ook
aan Krayenhoff, als waterstaatsdeskundige, om
advies gevraagd. Deze meldde heel optimis
tisch, dat hij niet meer dan zes maanden nodig
zou hebben om met 25 deskundige personen de
nieuwe kaart te kunnen produceren.24 Ook was
161
16 Tydeman, blz. 26 t/m 34; Uitterhoeve, blz. 110 t/m 117; Kuipers blz. 25 en 26
17 Tydeman, blz. 34/35; Uitterhoeve, blz. 139 t/m 141; Kuipers blz. 28
18 Wikipedia "Maximiliaan Jacob de Man (1765-1638)", blz. 1, onder het kopje Loopbaan
19 Van Meijgaard, blz. 69/70
20 Van Meijgaard, blz. 70
21 Pouls (1997), blz. 336; Kloek en Mijnhardt blz. 322; Kuipers blz. 28
22 Kuipers, blz. 28
23 Kloek en Mijnhardt, blz.321/322, de kaartschaal op blz. 328, Meijgaard blz. 69/70
24 Zandvliet, blz. 16; René M. Haubourdin, blz. 38/39
2017-4 De Hollandse Cirkel