dat de nauwkeurigheid van de oude kaarten te
gering was om deze zonder meer tot een slui
tend geheel te verenigen. Hij begreep dat hij
die kaarten zou moeten inpassen tussen punten
waarvan de ligging ten opzichte van elkaar
bekend was. Daarom heeft hij met een sextant
in 1799 en 1800 de hoeken gemeten tussen de
verschillende kerktorens en andere markante
objecten, met de bedoeling deze te gaan ge
bruiken voor een eenvoudig driehoeksnet.
Maar voor de zes maanden waren verstreken,
moest hij toch wel ergens mee voor den dag
komen. Gelukkig had zijn neef M.J. de Man
samen met M.A. Snoe(c)k al vóór 1795 het
Land van Maas en Waal en het Rijk van Nij
megen opgemeten en in kaart gebracht. Van
deze kaart is in januari 1799 een verkleining
gemaakt en door C. van Baarsel op koperplaat
gegraveerd. Op de kaart stond de tekst: 'Dit
Caartje verstrekt tot Model der smaak en gra
vure, volgends welke de Nieuwe Caart der Ba-
taafsche Republiek, in negen grooten bladen
zal worden uitgegeven, Overeenkomstig het
besluit der Eerste kamer van het Vertegen
woordigend Lichaam des Bataafschen Volks,
in dato den 22 Augustus 1798' deze werd als
proef kaart voor de grote kaart eind januari
1799 uitgegeven. Midden onder het kaartje
staat nog "Wordt uitgegeeven ter s' Lands
Drukkerije in de Haage". De afdrukken hier
van werden verkocht, en de opbrengst moest er
dus bovendien voor zorgen het benodigde
startkapitaal te krijgen voor de kaartproductie.
(Een afdruk ervan, mooi ingekleurd, staat op
blz. 305 van het boek van Uitterhoeve.)27
Maar eind augustus van datzelfde jaar 1799
vindt er in Noord-Holland een invasie plaats
van de Engelsen, met steun van de Russen. De
Engelsen waren vol vertrouwen dat zij zouden
gaan winnen, met in hun achterhoofd de Slag
bij Camperduin op 11 oktober 1797, waarbij de
slecht geoefende en weinig gemotiveerde Ba
taafse vloot volkomen verslagen en praktisch
gehalveerd werd.28 De hiervoor genoemde
Afb. 7. 'CAARTJE van het Land van tusschen MAAS en WAAL en van het RIJK van NIJMEGEN, Ingevolge
Instructie van den Lt. Coll. Directeur C.R.T. KRAYENHOFF. uit eigene gemeeten stukken verkleind en op
eene schaal gebragt van 800 Rh. Roeden op den Rhijnlandschen duim, door M.J. DE MAN EN M. A.
SNOEK. 1799.'
25 Kloek en Mijnhardt, blz. 323; Van Meijgaard, blz. 69; René M. Haubourdin, blz. 39
26 René M. Haubourdin, blz. 39/40/41
27 René M. Haubourdin, blz. 40 en de noot 6 op blz. 43; Fockema Andreae en Van 't Hoff, blz. 84 en 85; Van Meijgaard
blz. 69/70
28 Pouls (1997), blz. 336; Kuipers, blz. 42 (een mooie plaat van de slag uit 1797) en blz. 43 (tekst)
2017-4 De Hollandse Cirkel
163