M.A. Snoe(c)k had voor de Engelsen en de Erf
prins van Oranje spionage-activiteiten gedaan,
en hij hoopte dat er bij de inval in ons land een
contra-revolutie zou uitbreken, om de terug
keer van de stadhouder mogelijk te maken.
Krayenhoff streed uiteraard mee aan de Ba
taafse kant, en heeft daarbij zelfs een schot
wond opgelopen. De Engelse en Russische
troepen (totaal ongeveer 40.000 man) konden
niet standhouden en moesten zich terugtrek
ken. Ook aan de kant van het Bataafse leger
waren er zware verliezen, zowel aan mensen
als aan materieel. Voor Snoe(c)k was dit een
vreselijke teleurstelling, en hij verliet hierna,
mede voor zijn eigen veiligheid, ons land en
sloot zich aan bij de Dutch Brigade op het
eiland Wight.29
Uiteraard was het nu niet langer gewenst dat de
naam van M.A. Snoe(c)k op het proefkaartje
zou blijven staan. Dus het koperplaatje is weer
onderhandengenomen. Op de achterkant van
het in het Kadastermuseum in Arnhem aanwe
zige koperplaatje is goed te zien, dat de beide
namen van M.J. de Man en M.A. Snoek naar
voren zijn geslagen, waarna het gedeelte van
het koperplaatje aan de voorkant weer vlak ge
slepen is, en alleen de naam van M.J. de Man
weer is aangegeven. Verder zijn er nog meer
veranderingen op de koperplaat aangebracht.
Zo is van de rivier de Waal ook de noordelijke
kant aangegeven, het simpele kruis dat moest
dienen als noordpijl is ook weggehaald, en er is
een mooiere noordpijl op de koperplaat aange
bracht. Verder zijn de namen "Thieler Waard"
en "Over Betuwe" toegevoegd.30
Het nieuwe kaartje is behalve in het Kadaster
museum ook weer in diverse archieven aan
wezig.
De basismeting op de Gouwzee
De invasie van de geallieerden had aangetoond
dat de Linie tussen Beverwijk en Monnicken-
dam nodig versterkt zou moeten worden. Eind
1799/begin 1800 was Krayenhoff bezig met de
versterking van de Linie van Monnickendam
naar Beverwijk, omdat hij zich goed wilde
voorbereiden op een mogelijke nieuwe invasie
van de geallieerden.
164
Afb. 8. 'KAARTJE van het Land van tusschen MAAS WHAAL en van het RIJK van NIJMEGEN,
Ingevolge Instructie van den Lt. Coll. Directeur C.R.T. KRAYENHOFF. uit eigene gemeeten stukken
verkleind en op eene schaal gebragt van 800 Rh. Roeden op den Rhijnlandschen duim, door M.J. DE MAN.
1799.' Samen met het bijbehorende koperplaatje aanwezig in de collectie van het Kadastermuseum in
Arnhem, Inv.nr. 5363.
29 Van Meijgaard, blz. 70; Kuipers blz. 47 t/m 51; Uitterhoeve blz. 181 t/m 191
30 Uitterhoeve, blz. 210 en 211
2017-4 De Hollandse Cirkel