driehoekszijde in de P.H. in de beide driehoe
ken 55 en 64, en is ook bij Haasbroek gebruikt!
In de tweede plaats geldt het volgende. De
naam van de Gouwzee staat al genoemd op het
kaartblad No 331 van de 'Bonnebladen', op de
schaal 1: 25 000, verkend in 1892, herdrukt in
1904. (Deze staat opgenomen in de Historische
Atlas Noord-Holland, Uitgave Robas Produc
ties 1989.) In die tijd 1904) bestond de
Zuiderzee namelijk nog. Dat die naam ook in
het boek van Fockema Andreae en van 't Hoff
uit 1947, op blz. 85, is gebruikt is logisch, om
dat de Zuiderzee dan niet meer bestaat, en om
dat dat gedeelte van het huidige IJsselmeer ge
woon die naam heeft. Op de kaart van Krayen-
hoff, blad V, stond als naam De Gout Zee, en
ook in de Grote Historische Provincie Atlas 1:
25 000, deel Noord-Holland 1849-1859, staat
de naam als De Gout Zee op blz. 86 aangege
ven. Deze atlas, die in 1992 is uitgegeven door
Wolters-Noordhof BV te Groningen, is geba
seerd op de zogenaamde 'nettekeningen', die
als uitgangspunt hebben gediend voor de in
steen gegraveerde eerste officiële topografische
kaarten van Nederland.
Wat verder opvalt is dat al die gedeeltes over
de basismeting duidelijk overgenomen lijken te
zijn van de tekst uit de 1e en 2e druk van de
Précis Historique.
Maar ik was toch wel erg verbaasd, toen ik de
onderstaande tekst tegenkwam in een toch wel
vaak geciteerd boek:
Ir. J.A. van der Linden: Topographische en
Militaire Kaart van het Koningrijk der Neder
landen. Uitgave: Fibula-van Dishoeck, Bussum
1973, schrijft op blz. 10: .Zelfs mat hij in
februari 1800 een basis van 1000 Rijnlandse
roeden (3767 m) op de toen bevroren Gouwzee
en bepaalde hij te Urk uit zonswaarnemingen
de juiste oriëntering van zijn net.' Zijn voet
noot 3 hierbij staat op blz. 58: 'In de literatuur
wordt, in navolging van het Précis Historique,
ten onrechte steeds gesproken over 1500 roe
den (5651 m)". Punt en uit.
Geen enkele verwijzing naar zijn bron(nen)
waaraan hij dit ontleent. De auteur was destijds
hoofdingenieur bij de Topografische Dienst in
Delft. Hij kon dus beschikken over een enorm
uitgebreide bibliotheek. (Door de overgang van
de TDN in 2004 naar het Kadaster, zijn deze
boeken mee overgegaan naar het Kadaster en
daar in de bibliotheken van het Kadastermu
seum opgenomen.) Bij de latere voetnoot 5
blijkt dat hij bekend was met de Précis Histo
rique, de 1e druk, 'La Haye 1815, Tweede, ver
beterde, druk 1827. Een manuscript van de
eerste druk bevindt zich in de bibliotheek van
de Topografische Dienst, evenals een exem
plaar van de oorspronkelijke waarnemingen
en berekeningen van Krayenhoff.' Het ge
noemde manuscript is door mij hiervoor ook al
geciteerd. Het door hem genoemde 'exemplaar
van de oorspronkelijke waarnemingen en bere
keningen van Krayenhoff' zal niet gaan over
diens metingen van dat oorspronkelijke net,
gebaseerd op de basismeting op de Gouwzee,
maar over de metingen, gebaseerd op het latere
driehoeksnet, waarbij de hoekmeting werd uit
gevoerd met een repetitiecirkel. Ook die is aan
wezig bij het Kadastermuseum. Ik kom daar in
mijn volgende aflevering nog op terug. (Uit het
voorgaande moge duidelijk zijn dat altijd moet
worden vermeld wat de bron van een bepaalde
opmerking is!) Mijn volgende citaat zal dat
duidelijk maken.
J. Bleeker, Hollum 1830-'32, de kadastrale
voorgeschiedenis van een dorp op Ameland is
door de schrijver in eigen beheer vervaardigd
en uitgegeven in een oplage van 50 stuks. Op
blz. 40 staat: "Hij mat hiervoor in februari
1800 een basis over de toen bevroren Gouwzee
en verrichtte te Urk een oriëntering uit zons-
waarnemingen. Deze basis had een lengte van
1000 Rijnlandse roeden (3767 meter)". (Bij zijn
literatuurlijst op blz. 149 noemt hij uiteraard,
zoals het hoort, het hiervoor gebruikte boekje
van ir. J.A. van der Linden.)
Omdat hij geen enkele bron noemt waar hij
zijn opmerking vandaan heeft, blijf ik zelf uit
gaan van de afstand van 1500 Rijnlandse roe
den. Dat de 1e druk van "Précis Historique"
hetzelfde vermeldt als het manuscript is lo
gisch. Maar de 2e druk uit 1827 is volledig
herzien t.o.v. de 1e druk (hier kom ik in het
tweede deel op terug), ongetwijfeld is Krayen-
hoff daarbij betrokken geweest, dus als die
1500 Rijnlandse roeden niet juist waren ge
weest, dan was dat in de 2e druk wel verbe
terd! Hiervóór noemde ik al dat dr J.D. van der
168
2017-4 De Hollandse Cirkel