Varia: 'broodje aap', of toch? De bijdrage van professor Aardoom aan het jubileumboek van de TH Delft 175 jaar (blad zijde 52 e.v.) bracht bij mij herinneringen naar boven. Ze gaan over de periode 1966-1968, toen er door Hr.Ms. Snellius onder leiding van de commandant (toen luitenant ter zee der eer ste klasse) gewerkt werd aan de opzet van het plaatsbepalingssysteem van een Decca Survey Chain aan de noordkust van Suriname voor de opneming van het zeegebied vanaf de kust tot aan de diepte van circa 200 meter (continen taal plat van Suriname). Voor dit soort zaken ben ik ooit bij De Hollandse Cirkel betrokken geraakt en ik ben blij dat het nog een keer van pas komt. Ik ben er persoonlijk bij betrokken geweest dat voor dit doel een polygoon geme ten moest worden over land om de posities van de Decca-zenders vast te leggen. Gelukkig liep er een verbindingsweg, de Oost-West verbin ding, evenwijdig aan de kust, weliswaar onder broken door diverse riviermondingen, maar die waren te overbruggen. De polygoon begon in Nieuw-Nickerie aan de westkant en bestond uit richtings- en afstands metingen vanaf dit beginpunt met secties van circa 2000 meter. In Nieuw-Nickerie was op het voorplein van het districtskantoor een stenen pilaartje van de grootscheepse HIRAN- metingen van de noordkust van Suriname terug te vinden en dat werd het beginpunt. HIRAN was een Amerikaans geodetisch project, dat zich uitstrekte over het gehele Caribisch gebied, waarover ik niet veel meer kan vertellen. Als meetapparatuur hadden we de beschikking over Wild-theodolieten T2 en een Tellurometer, een soort radar-electronische afstandsmeter. Daarmee konden afstanden van 2000 meter in één keer gemeten worden. De tellurometers hadden een spraakverbinding met elkaar. Om overlast van begroeiing te vermijden werden de meetpunten ingericht op meettorens die voor dit doel waren aangemaakt en die waren ge leverd door de landmeetkundige dienst in Para maribo, bestaande uit een binnen- en een buitentoren, het geheel transportabel per vrachtwagen. Vanuit punt 1 werd gemeten de afstand naar punt 2 en werd de richting astro nomisch bepaald met de zon door richting op de linkerrand en rechterrand van de zonne schijf, snel achter elkaar uitgevoerd was daar van het gemiddelde als zonsrichting te be schouwen, gecombineerd met het tijdstip van waarneming was dat dus de ware richting. Het lijkt wat omslachtig om de zonsrichting te bepalen door het meten van de linkerrand/ rechterrand en daarvan het gemiddelde te nemen. In die tijd was het bestaan van het zonneprisma van Roelofs bij de hydrografische dienst zeker wel bekend, maar om onbekende redenen was het niet toegestaan dat te gebrui ken en moest dus voor een astronomische richtingsbepaling worden teruggegrepen op de hierboven aangegeven methode. Van wie het "verbod" afkomstig was is ons indertijd niet duidelijk gemaakt of geworden, en in de loop der tijd is het ons ook niet duidelijker gewor den. Vandaar dus de titel van deze bijdrage. Als er onder de lezers van dit blad personen of instanties zijn die hierover iets naders mede kunnen delen dan worden zij daartoe van harte uitgenodigd. Mijn onbevestigde informatie hierover is dat de toenmalige chef der hydro grafie, schout bij nacht Van Asbeck, geen ver trouwen had in de kwaliteit van de prisma's en dat er ook niemand was die hem van dit wan trouwen kon afbrengen. Zijn er onder de lezers van dit blad wellicht personen die wél met het prisma van Roelofs hebben gewerkt en die wat kunnen vertellen over hun ervaringen? Ik heb geen gefundeerde cijfers over het aantal malen dat tijdens de Surinaamse polygoonmeting een astronomische peiling is verricht, maar ik schat zo'n 70 a 80 keer. Daarvan zijn er wel licht een stuk of tien die de astronomische peiling in de nacht op de Poolster hebben uit gevoerd, die in noordelijk Suriname op onge veer 10 graden boven de horizon staat (want dat was ook nog een alternatief, maar in het duister meten geeft allerlei andere problemen, ondere andere de verlichting van het meetkruis 186 2017-4 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 40