In memoriam prof.dr.ir. M.J.M. Bogaerts (1934-2017) Het is 1958 als een tweedejaars TH-student in het geodetisch zomerkamp te Gronsveld aandachtig luistert naar een instructie over het gebruik van de Wild RDS tachymeter in het geaccidenteerde Zuid-Limburgse landschap. Vanaf de zijlijn, een momentje uit het leven van professor Bogaerts, die op 10 september 2017 te Rotterdam overleed. Sedert 2002 met emeritaat, kreeg hij tijd voor een terugblik, leidend tot zijn memoires "De loopbaan van een zondagskind", die hij als bij drage aan de geschiedschrijving over de Neder landse geodesie in de 19de en 20ste eeuw in 2012 zag verschijnen in de reeks Geodetisch- Historische Monografieën van Stichting De Hollandse Cirkel. De tweede helft van de 20ste eeuw was voor de geodesie een periode van transitie. Weten- schappelijk-technische ontwikkelingen in het algemeen leidden in de geodesie tot nieuwe werkwijzen, zoals elektronische directe af standsmeting, automatische registratie van waarnemingen en verwerking van de uitkom sten en aarde-omspannende 3D-ruimtelijke plaatsbepaling door middel van satellieten. Sedert najaar 1961 geodetisch ingenieur, zag Theo Bogaerts het allemaal gebeuren en nam hij er aan deel. Aanvankelijk als wetenschappe lijk medewerker van prof.ir. G.F. Witt in diens leerstoel Planologische Geodesie. Met een vooruitziende blik had Witt, via het hem be kende ruilverkavelingsproces, de automatise ring van de kadastrale kartering en informatie voorziening op het oog en dit in combinatie met de inwinning van gegevens, het veldwerk; niet meer in het gebruikelijke meetlijnenverband, maar met directe richtings- en afstandsmeting, in voerstraalverband. Met Gronsveld en de han dige Wild RDS mogelijk in herinnering, werd dit voor Theo aanleiding tot het ontwerp van een automatisch registrerende tachymeter, pièce de résistance bij diens promotie in 1969, ge volgd door een prototype van een hanteerbaar 'total station': Art. In retrospect waren deze landmeetkundige pro ducten 'slechts' hulpmiddelen om een bredere visie te concretiseren. Focuste Delfts geode tisch onderzoek traditioneel op de inzet van precisiemetingen in groot verband, volgens Theo ging het, meer plaatselijk, uiteindelijk om "de relatie tussen mensen en grond": vastgoed informatie; een visie, waarmee hem in 1976 als hoogleraar de verzorging van "De leer der vast goedsystemen" werd toevertrouwd. Met die opdracht werd hij gangmaker inzake diverse landelijke overlegstructuren; in acroniemen: GBKN, SSVI, CCGM, SOVIK, NexpRI en OTB. Daarnaast vervulde professor Bogaerts adviesfuncties in internationaal verband, onder andere voor de EU en de Wereldbank. Nog vóór zijn Delftse inauguratie in oktober 1977 werd met succes een beroep op hem ge daan om het decanaat van de Afdeling der Geodesie - sedert 1975 op de locatie Thijsse- weg - op zich te nemen. Geen geringe taak in een tijd van bezuinigingen en reorganisaties, met voorwaardelijke financiering van het onderzoek en koppeling van de inkomsten aan studentenaantallen. Iets dat, zijn inspanningen ten spijt, zou uitmonden in opheffing van Geo- 192 Bij het TU Delft-afscheid in 2002 aangeboden schilderij van Gonny Stuut. ('Helaas was het schilderij te groot om thuis op te hangen, daarom is het nu na enkele jaren in het Techniek Museum Delft onder nummer 200612 opgeslagen. Wel heb ik het laten voorzien van een mooie lijst.', De loopbaan van een zondagskind, p. 128) 2017-4 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2017 | | pagina 46