toen nog niet 'comme il faut' was bij de TU
Delft, richtte hij in 1985 de Stichting Studie
centrum voor Vastgoedinformatie (SSVI) op.
Hij vond het tijd de krachten te bundelen tussen
overheidsinstellingen, wetenschap en bedrijven.
Dit heeft tot prachtige resultaten geleid. Eén
hiervan is het 'FRANK'-systeem: Fotografi
sche Registratie voor Analoge beeldverwerking
eN Kaartvervaardiging, waarbij een 'horizon
camera' verder werd doorontwikkeld. (Het
acroniem staat voor Theo's zoon Frank). Het
bedrijf CycloMedia bouwde het 'Fish-eye'
systeem verder uit tot een wereldwijd succes.
Ook nam hij het initiatief tot het Centre for
Computer Graphics and Mapping waarmee hij
voor Geodesie - via IBM - een budgettair
omvangrijk studiecontract binnenhaalde.
Veel inbreng leverde hij voorts bij de Stichting
voor Ontwikkeling van Vastgoedinformatie en
Kartografie, bij het Nederlands Expertise
centrum voor Ruimtelijke Informatieverwer
king, bij de Raad voor de Vastgoedinformatie,
en bij het Onderzoeksinstituut OTB, waar hij
mede-oprichter van was. Theo was bovendien
voorzitter van de internationale review-
commissie bij het programma 'Ruimte voor
Geo-Informatie'. Veel ervaringen waren onder
werp voor een column die hij zo'n tien jaar
lang, elke zes weken, schreef voor het nationale
vakblad Vi Matrix.
Internationaal, zo vader, zo dochter
Ook internationaal werd zijn expertise meer
dan op prijs gesteld. Dat begon in (Nederlands)
Suriname, waaraan hij levenslang zijn hart ver
pandde, met de realisatie van een kadaster.
Mede op verzoek van de Wereldbank volgden
projecten in Columbia en in Afrikaanse landen.
Na de val van het communistisch regime
adviseerde hij in het kader van het EU
PHARE-programma vooral Polen, Tsjechië en
Slowakije over de herinrichting van de grond
eigendom. Dochter Hanneke heeft het van
niemand vreemd dat zij zich bij Buitenlandse
Zaken inzet voor handelsmissies.
Bestuurlijk
Bestuurlijk gezien droeg Theo zijn steen(tje)
bij: onder meer als decaan (in de periodes
1977-1980 en 1992-2002) en als lid van het
OTB-bestuur. Ook buiten TU-verband was hij
actief in vele gremia. Zo was hij lid van de
Rijkscommissie voor Geodesie en voorzitter
van de Werkgroepen 'Uniformering' en
'Topografie en Leidingen' in het kader van de
Bestuurlijke Overlegcommissie Overheids-
automatisering. Toen als opvolger van de SSVI
de Vereniging voor Vastgoedinformatie werd
opgericht (later omgedoopt tot Vereniging voor
Geografische Informatie en Vastgoedinforma
tie), werd Theo voorzitter en nadien erelid. Ook
op internationale podia liet Theo zich niet on
betuigd; hij zat jarenlang graag de Urban Data
Management Society voor.
Pensioen
Theo zou Theo niet geweest zijn als hij na zijn
pensioen niet een nieuw project had bedacht.
Dat werd het autobiografische boek 'De loop
baan van een zondagskind - 46 jaar in de
Delftse geodesie'. Het is in 2012 uitgegeven
door De Hollandse Cirkel (DHC). Daarna be
reidde hij een nieuw boek voor: 'De overgang
van analoog naar digitaal in de grootschalige
topografie'. Het ziekbed van zijn geliefde
vrouw Elsje gaf hij echter de hoogste prioriteit.
Na haar overlijden in 2015 rondde hij het twee
de boek af. Helaas heeft hij geen exemplaar
meer in handen gehad. Het boek wordt opge
dragen aan zijn kinderen en kleinkinderen en
zal via de DHC op korte termijn verschijnen.
Een van zijn laatste acties toonde zijn niet-afla-
tende betrokkenheid bij het geodetisch cultu
reel erfgoed. Ter gelegenheid van het 175-jarig
bestaan van de TU Delft schreef hij niet alleen
mee aan de jubileumuitgave van Histechnica,
hij stelde ook zijn elektronische tachymeter
'ART' tentoon ('69) én deelde zijn kennis over
het 'Schermerhoorn-meubilair'.
Theo heeft de vastgoedinformatie nationaal en
internationaal op de kaart gezet en alom ont
wikkelingen in gang gezet. Hiervoor is de geo
detische gemeenschap - en alles wat daarvan is
afgeleid - hem veel dank verschuldigd.
Elfriede M. Fendel, projectmanager bij de
Sectie GIS-technologie aan de TU Delft;
dit IM werd ook gepubliceerd in GIS-Magazine
nr. 7, oktober/november 2017.
194
2017-4 De Hollandse Cirkel