Column: landmetersfolklore beperkt
Er zijn wat folkloristische verhalen van landmeters, maar niet veel en dan nog vooral over
onrechtvaardige vakgenoten. Die moesten als vuurman met een vurige ketting ten eeuwigen
dage 't land nameten. Zo wordt het verhaald in Drenthe en bij Rossum in Overijssel. Het lijkt
zelfs een variant op een gewone boer die grensstenen verlegd heeft en er elke nacht weer mee
aan 't werk moet om ze op de goede plaats terug te leggen. Lukt nooit natuurlijk. 'Alles met
maatzei de snijder, en hij sloeg zijn vrouw met een elstok.' Het is een bekende apologetische
spreuk, een gezegde met een voorbeeld erbij. Maar zelfs deze gaat
rover een kleermaker en niet over een landmeter. (Waren die teveel
vrijgezel? Het is tegenwoordig geen
kunst meer om van pinterest
een 'surveyors wedding
cake' te halen, maar op
www.careertshirts.net
vind je toch nog een
waarschuwing!)
Torenmeters waren ook
J bekender. Het was zo de
scheldnaam voor die van
Oldeboorn, die de hoogste
toren van Friesland wilden
bouwen en eerst de hoogte van
de toren van Tjum maten.
Maar de Tjumsters sneden
ongemerkt een goed eind
van hun meettouw af.
Sindsdien heten ze ook
wel de Touwtjes
snijders. (Tot zover is
het Folkloristisch Woordenboek van K. ter Laan uit
1974 de bron.)
Met spreekwoorden lijkt het al net zo mager. Haast
oneindig veel zijn die over 'land', maar over landmeters zijn
er maar drie:
Die Hans meent te wezen in alle straten, wordt wel door een Hansje uit den zadel
geworpen, en landmeter gemaakt.
Het is daar of daaromtrent, zei de landmeter.
Hij speelt den landmeter. ('Men zegt dit van den dronkaard, als hij zwaaiende langs de
straat gaat', zo verklaart het Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal uit 1990 van PJ.
Harrebomée nog.)
Taal is levend. Hoe zorgen we voor aanvulling?
Adri den Boer
196
(gVWHBIHE'UBEMMEfgj
reS.WTCESmiMWKS)
NO,trsr«TiMflaMHv
2017-4 De Hollandse Cirkel