van de O 6, "die daar bezig was met experi
menten in (onderzeese) radio communicatie".
Al met al voldoende reden om na te gaan of
het verhaal over het experiment zou moeten
worden aangepast.
Prof. F.K.Th. van Iterson (directeur Staats
mijnen), die ooit gelegenheid had gehad een
duikproef mee te maken,13 sprak uit ervaring
dat Muller en Vening Meinesz op 16 juli bij
Minister van Marine E.P. Westerveld hun op
wachting mochten maken om verdere plannen
te bespreken en Vening Meinesz (aan hem per
soonlijk thuis op de Heiligenberg te Amers
foort!) daarna een op 31 juli gedateerde brief
van de minister ontving, waarin de toestem
ming stond om de aanstaande reis van Hr.Ms.
toen hij in april 1923 tijdens het Nederlands
Natuur- en Geneeskundig Congres te Maas
tricht spreker dr. F.A. Vening Meinesz - op
zoek naar stabiliteit op zee - adviseerde zijn
slingerapparatuur in een gedoken onderzee
boot te beproeven.14 Nadat voorzitter prof.
J.J.A. Muller - die ook het zwaartekrachts-
onderzoek in portefeuille had - dit advies in de
Rijkscommissie voor Graadmeting en Water
passing (RCGW) zal hebben ingebracht, ver
klaarde Ktz. J. Luymes - als chef Dienst der
Hydrografie ambtshalve lid en contactpersoon
met de Marine - zich in de vergadering van
11 mei bereid met "ingenieur Vening Meinesz"
de mogelijkheden van diens slingerproeven per
onderzeeboot te bespreken.15 Daarna zou een
beoogde slingerproef nog in juni 1923 hebben
plaatsgehad en zijn verlopen zoals Vening
Meinesz zelf beschreef.16
De bevindingen bij de beperkte proef op de
rede van Den Helder waren zó bemoedigend,
K II naar Indië mee te maken.17 Voor de ver
dere regeling mocht Vening Meinesz zich di
rect verstaan met de commandant te Willems
oord, Sbn. C. Fock. Gezien het geplande
vaarplan (vertrek medio/eind september) en de
nog vereiste aan- en inpassingen van de
slingerapparatuur zal Vening Meinesz onver
wijld van die gelegenheid gebruik hebben ge
maakt; een overleg dat - tussen de twee, zij het
in leeftijd ongeveer vijftien jaar verschillende,
Amsterdamse burgemeesterszoons - met
wederzijds respect zal hebben plaatsgehad. De
instrumentele aanpassingen betroffen primair
de vervanging van het bij normaal landgebruik
essentiële visuele Von Sterneck coïncidentie
apparaat door een fotografisch registratie
toestel, zoals door Vening Meinesz intussen
bedacht en door KNMI-instrumentmaker L.M.
van Rest te vervaardigen.18
Verwijzend naar Vening Meinesz' (deels nog te
verschijnen) publicaties in De Ingenieur en het
Prof.dr.ir. K.F.Th.
van Iterson
(1877-1957).
Uit: Jaarboek
KNAW1957-1958
Professor Vening
Meinesz in 1927
nog aan de
vooravond van zijn
historische
wereldreizen.
Foto in coll.
Universiteits
museum Utrecht
13 W. Nieuwenkamp, "Levensbericht F.A. Vening Meinesz", Jaarboek KNAW 1966-1967, pp. 364-370
14 Als noot 9
15 Archief Ned. Comm. voor Geodesie (NCG), notulen verg. 11/5-1923
16 Noten 8 en 9
17 NCG, correspondentie, brief nr. 3033
18 Vening Meinesz 1923
154 2017-4 De Hollandse Cirkel