De instrumenten bevinden zich thans in het
depot van de TUDelft (Bijzondere Collecties).
Er waren naast deze koffer nog een leren reis
koffer en een doos. Vening Meinesz ging altijd
op reis met een koffer. Welke koffer hij daar
voor gebruikt heeft is onbekend. De inhoud
van de leren koffer bevindt zich ook in het
depot van de TUDelft, de inhoud van de doos
bevindt zich nu in het depot van het Nationaal
Archief te Winschoten. Onbekend is wie de
verdeling van allerlei meetresultaten tussen
hutkoffer, leren reiskoffer en doos gemaakt
heeft en hoe dit in z'n werk is gegaan. Het
grootste deel van het archief van prof. Vening
Meinesz is te vinden in de archieven van de
Universiteit Utrecht.
Citaat uit artikel Volkskrant:
Talloze notitieboeken en boekjes zitten in de
kist. Logboeken, mappen met losse bladen,
eindeloze reeksen getallen, hier en daar voor
zien van een vraagteken in rood, ruwe bereke
ningen, formules, schetsen, probeersels, alles
in een sierlijk en systematisch handschrift.
Onderin een reeks hoge ronde, wat roestige
cacaoblikjes, elk 0,25 kilogram, met originele
registratierolletjes van de onderzeese slinger
metingen. Verbandpleister als etiket, dezelfde
zwierige letters, weer dat potlood. Het is de
ruwe erfenis van een echte wetenschappelijke
held, over wie spannende boeken werden ge
schreven en Polygoonjournaals vervaardigd.
Zoon van burgemeester Vening Meinesz van
Rotterdam, een gentleman van bijna twee
meter lang, die wetenschap bedreef waar nog
geen geofysicus dat had gedaan: onder zee.
Meer gedetailleerd zullen hier in chronol
ogische volgorde de aantekeningen en meet-
reeksen besproken worden. De in 1879 inge
stelde Rijkscommissie voor Graadmeting en
Waterpassing (RCGW) kreeg later ook als taak
het bepalen van zwaartekrachtverschillen
tussen diverse plaatsen in Europa. De eerste
waarnemingen werden in Nederland (Sterren
wacht Leiden) verricht in 1892 door de Franse
luitenantkolonel Defforges. Ingenieur Modder
man was de eerste die in opdracht van de
Rijkscommissie metingen deed. Rond 1900
waren er door de Rijkscommissie twee gravi-
meters aangeschaft, maar ook enkele chrono-
meters en slingeruurwerken. Zwaartekracht
metingen werden toen uitgevoerd met een
slingertoestel en goed geijkte chronometers
voor het gebruik van de juiste seconde.
Naar een zwaartekrachtnet voor Nederland
Er is een bundel van zestien notitieboekjes uit
1905 t/m 1907 met metingen ten behoeve van
de bepaling van allerlei constanten van het
vierslingerapparaat van Stückrath (Slinger no
88, 89, 90 en 91); uitgevoerd in het Geodetisch
Instituut te Potsdam (Dld) door prof. Haase-
mann in samenwerking met ir. Modderman
van de Rijkscommissie. Professor L. Haase-
mann was in die tijd werkzaam bij het König-
lich PreuBisches Geodatisches Institut. Door
ziekte kon ir. Modderman zijn werk niet voort
zetten. Na zijn overlijden kreeg de net afgestu
deerde ingenieur Felix Vening Meinesz in 1910
de opdracht om het werk van Modderman
voort ter zetten.
Voordat Vening Meinesz kon beginnen met de
zwaartekrachtmetingen kreeg hij de opdracht
van de Rijkscommissie om onderzoek naar de
Franse methode van basismeting te doen. In
1911 vond in de omgeving van Lyon (Frank
rijk) een basismeting plaats, uitgevoerd met
een speciale combinatie van instrumenten.
In de koffer bevindt zich het handgeschreven
verslag van de reis naar Lyon.
Tijdsbepalingen met diverse uurwerken en
het ijken van chronometers
Naast het oefenen met slingertoestellen kreeg
Vening Meinesz ook training in het bepalen
van de tijd (Universiteit Utrecht), in combinatie
met gebruik van tijdseinen. In een aparte enve
lop bevinden zich een aantal brieven van de
Leidse Sterrenwacht (prof. H.G. van de Sande
Bakhuijzen en dr. H.J. Zwiers) met ijkgegevens
van diverse slingeruurwerken.
Er is een aparte map met tijdsbepalingen
(1911/1912) in Delft (Kanaalweg 4, Pijler I)
volgens de methode van de astronoom
Wilhelm Döllen (1820-1897). Diverse klokken
werden gecontroleerd, waaronder de Strasser
und Rohde no 233 die thans in het Gebouw
Kanaalweg 4 aanwezig is; maar ook de vol
gende slingeruurwerken Zachariae I (thans in
het gebouw van faculteit CiTG TUDelft),
Zachariae II (thans gebouw faculteit Bouw-
57
2018-2 De Hollandse Cirkel