het radiotijdsignaal van de Eiffeltoren wa ren landmeters getraind in het astronomisch vaststellen van de plaatselijke tijd. Na gebruik van het radiotijdsignaal begin 20e eeuw werd de ijking van chronometers simpe ler. Tegenwoordig gebruiken we het tijdsignaal van het Global Navigation Satellite System (GNSS). Leuk is de map berekeningen van de metin gen, uitgevoerd met het Stückrath-toestel (die niet voor het verslag gebruikt zijn), met een brief van de Leidse Sterrenwacht: Sterrenwacht 3 februari 1919. Amice. De con ciërgedie hier gedurende het seinen aan in serie geschakelde telefoon de wacht houdt, zei me na afloop, dat de tikken op het laatst niet zo mooi waren als in het begin, maar toch nog behoorlik. Ik zal nu vandaag nog eens wat proeven nemen; ik vermoed dat de microfoon in trilling is gegaan zoals ook vroeger wel eens is voorgekomen. Met de Eiffeltoren was het precies als in Amersfoort: tegen de af spraak in sprak Scheveningen nog wel Vi mi nuut te lang door, waardoor bij ons 1 van de 6 coïncidenties met hem verloren ging. En aan ons toestel was evenmin als bij het bericht (mededeling) op te vangen, daar het krijsende geluid van Scheveningen alles overstemde. Gelukkig wordt die mededeling met wat lan gere golven gegeven (2500 m?) en is hier tegenwoordig veelal een draagbaar toestel met lamp-detector-versterker aan den sterren wacht aanwezig. Daarmee was voldoende af te stemmen; de mededeling luidde: 292776.342087 voor de 153e 917 tik vind ik daaruit 11 uur 31' 58'645 M.T.Greenwich. Zaterdagavond evenmin als donderdagavond was van de seinen ook maar iets te maken, zo geweldig was Scheveningen in de weer. Met vriendelijke groeten Uw dienaar Zwiers. Mappen met tijdseinen (1913/1914) ten be hoeve van het vaststellen van de juiste tijds eenheid, diverse slingeruurwerken zoals de Knoblich, Strasser und Rohde, Riefler, en Hohwü, maar ook chronometers van Nardin, Schmidt, Richter en Hohwü zijn ervoor ge bruikt. Deze testen werden uitgevoerd in samenwerking met Potsdam, KNMI, Sterren wacht Utrecht en Leiden. Maar ook is er een vergelijking van de chronometer Nardin 212 gemaakt met het tijdsignaal van de Eiffeltoren. Na het uitbreken van WOI kon dat niet meer doordat er een versleuteld signaal werd uitge zonden. Nu hebben we de atoomklok van het GNSS-signaal, maar toen was het heel lastig om de juiste tijdseenheid vast te stellen. Zwaartekracht kan vastgesteld worden door een vaste lengte van een slinger en een vastge stelde tijdseenheid. Deze ijkingen waren tijd rovend en moesten altijd in samenwerking met andere instituten uitgevoerd worden. Gelukkig was er een directe telefoonlijn tussen Delft (Kanaalweg 4) en de Sterrenwacht te Leiden. Oefenen en beproeven van de twee zwaartekrachtmeters In mei 1912 gaat Vening Meinesz voor training voor het gebruik van het Stückrath vierpendel- apparaat naar Potzdam en noteerde zijn waar nemingen in vijf notitieboekjes. Maar hij maakte ook een verslagje over de ijking van invar-draden, voor de vergelijking van het Zweedse, Deense en Pruisische driehoeksnet. In 1913 was er onderzoek van het slingerappa raat van Defforges (een slinger gemaakt door Bianchi in een stalen koker) op diverse plaat sen in Nederland. Uiteindelijk is het toestel van Defforges afgekeurd, vanwege onregelmatig heden. Het was ook lastig om dit apparaat op te stellen tijdens reizen naar diverse plaatsen in Nederland. Er zijn tabellen voor publicatie Observations de pendule dans le Pays-Bas 1913-1921, met een berekening van de absolute g in de Bilt (9,81263 m/sec2). In de map voorlopige bereke ningen met metingen 1913-1921 zijn de aan sluitingswaarnemingen de Bilt - Potsdam uit 1914 en 1921 te vinden. Onder en Overzee In het najaar van 1923 was Vening Meinesz aan boord van de onderzeeër KII naar Nederlandsch Oost-Indië (NOI) om met het Stückrath-apparaat zwaartekracht metingen te verrichten. In de koffer zat een deel van de meetrollen van de waarnemingen vanaf 26 september 1923 voorafgaand aan de reis naar NOI. De uitwerking (berekening) daarvan is uitgevoerd door de landmeters Hartman en Heezemans, door het Kadaster t.b.v. secundaire 59 2018-2 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2018 | | pagina 21