Varia: landmeten in en om Rotterdam Daarom kwam in 1694 bij de energieke Rotterdamse pensionaris Van Hoornbeeck het plan op, dat eerst onder Koning Willem I ver wezenlijkt zon worden, om n.l. een vaart te graven door het eiland Voorne, liefst van Hellevoetslnis naar Zwartewaal. Daar een onteigening op grote schaal arg waan zon wekken, opperden enige heren de mogelijkheid 'of de Koning (Willem III, red.) hierin niet tusschen beyde soude konnen komen met een voorslag om een dok te maken, hetwelk meteenen strekken soude om een gantsche vloot tegen alle attaques en bysonderlijck ook tegen een bom bardement te secureren.' Het eerste echter, waartoe besloten werd, was om de streek, waardoor het kanaal was geprojecteerd, in kaart te laten brengen en wel 'met de meeste stilte' om daarna des te beter beslagen ten ijs te komen bij bnrgemeesters van Den Briel, zonder wier medewerking de nitvoering van het hele plan nn eenmaal onmogelijk was. De opdracht daartoe werd gegeven aan de land meter Pierre Ancelin en de knnstschilder Johannes de Vou, die beide in dienst van de stad stonden. Kort na hnn vertrek ontvingen bnrgemeesters een brief van de Brielse regering, waarin hnn kennis werd gegeven, dat beide mannen op klachten van de landlieden in de stedelijke gijzelkamer waren opgesloten en dat op hen waren gevonden 'eenige affteekeninge van polders, lantmetersgereetschap, een compas, twee nagtglasen ende oock notitie van de in- gesetenen van deselve poldersNa enig over en weer praten werden de gedetineerden nit de hechtenis ontslagen. Van Hoornbeeck stelde zich aanstonds met den raadpensionaris in ver binding en beiden kwamen tot de conclnsie, dat er geen reden was 'de saek om dit incident verloren te geven', maar dat de opzet in zo verre gewijzigd behoorde te worden, dat men de Brielse regering reeds nn in vertronwen moest nemen. Aldns geschiedde. De Brielse antoriteiten hadden er wel oren naar, maar eisten, dat de vaart niet bij Zwartewaal, maar door hnn stad in de Nienwe Maas zon nit- komen. Eerst na langdurige onderhandelingen bernstten zij er in, dat men het kanaal even buiten de stad om zou aanleggen. Waarom de uitvoering van het werk ten slotte afgestuit is, kunnen we niet mededelen. Het door de pensionaris over deze zaak bijgehouden "memoriael" breekt hier plotseling af. Zou Amsterdam misschien lont geroken en door zijn machtigen invloed het plan verijdeld heb ben? Men was het er in Rotterdamse en Brielse regentenkringen immers juist zoo roerend over eens, 'datter bij succes van de doorsnijdinge veel schepen in de Maas soude invallen, die nu in Texel lopen!' (www.engelfriet.net) Een gevolg van deze 'kanaalaffaire' is dat in de gehele achttiende eeuw geen Rotterdamse cartograaf metingen op Voorne kon verrichten. Op zich was dat niets nieuws: ook het Land van Putten was voor Rotterdamse cartografen een gevaarlijk gebied gebleken. Af en toe legde een cartograaf in een cartouche een verklaring Uitgevouwen Plan 2000+ uit 1969 (www.mooispijkenisse.wordpress.com) 2018-2 De Hollandse Cirkel 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2018 | | pagina 47