lijk zoude vergoed worden: - redenen genoeg, welke de commissie voorn. tot de uitvoering van dit uitgestrekteren plan deed besluiten; en werd diensvolgends de Lt. Coll. Dr. KRAYENHOFF geauthoriseerd, om verder in dezen alles te verrichten, wat, ter uitvoering van dit oogmerk, door hem nodig en onvermij delijk mogt geoordeeld worden; terwijl, op zijn verzoek, aan gemelden Burger, van wegens het Gouvernement den keurigen repetitiecirkel van BORDA, van zestien duim middellijns, door den Parijschen kunstenaar LENOIR vervaerdigd en door den Hoogleeraar VAN SWINDEN, geduurende zijn verblijf, als ge deputeerde van onze Republiek, wegens het werk van de maaten en gewigten, te Parijs voor rekening van het Gouvernement aange- kogt, werd ter hand gesteld, om daar mede zijne hoekmeetingen te gaan volbrengen; wordende voor het overige, daar, bij dit ver anderde plan, niet alleen eene groote menigte van reductien en vermoeijende berekeningen verëischt werden; maar het'er ook boven dien op eene meer dan gewoone trigonometrische kennis aankwam, bij de Burgers, de Capitein J.A. GUNKEL en J. KARSTEN, welke te voren met de trigonometrische berekeningen waren belast geweest, nog geassumeerd den burger JACOB DE GELDER, zijnde de laatste bijzon derlijk gelast, om op alle mathematische om standigheden behoorlijk acht te geeven; de bekende handelwijzen van berekeningen en reductien te onderzoeken, de resultaaten hier uit voorkomende onderling te vergelijken, en uit alles het beste en naauwkeurigste te kiezen". Op bladzijde 16 geeft hij aan, dat "het geëerd Publiek" niet moet verwachten dat de kaart snel gereed zal zijn, immers moeten "de resul- taaten van de berekeningen der geodesische waarnemingen ten vollen met de resultaaten, uit de astronomische waarneemingen afgeleid, overéénstemmen". Herstart Vervolgens beschrijft hij dan (vanaf bladzijde 18) de herstart van het aangepaste plan: "De Lieutenant Collonel Directeur KRAYENHOFF ging, zo dra het laatste wintergetijde verloopen was, [dus in begin 1801 (JS)] op reis naar Ant werpen, om, met den Bordaïschen repetitie cirkel de hoekmetingen, welke PERNEY tot op Middelburg, Zierikzee, Bergen op den Zoom en Hoogstraaten had voordgezet, verder te vervolgen, en ten einde in staat te zijn, om, zo wel over de waarde van PERNEY'S waarne mingen, als over den graad der naauwkeurig- heid van zijn' repetitie-cirkel te oordeelen, nam hij op nieuw de hoeken waar van den driehoek Antwerpen, Bergen op den Zoom en Hoogstraaten, welke hij zeer overéénkomstig met de opgaave van PERNEY bevond. Van daar zette hij nu zijne reis voord,en had, in het midden van de maand Mei 1801, een aantal van zestien driehoeken waargenomen, bevat tende ten Noorden de middelpunten van de Haagsche, Goudsche en Utrechtsche torens, en ten Oosten die van Breda, Gorinchem en Utrecht, doende bij deeze waarnemingen der hoeken ook nog alle zodanige andere waar nemingen, als welke tot het centreeren der hoeken en derzelver reductie tot den horizon vereischt werden, welke waarnemingen ver volgends aan de Burgers DE GELDER, GUNKEL en KARSTEN ter hand gesteld zijnde, naar de voortreflijke analytische me thode van DE LAMBRE, in zijne Méthode analytique pour la determination d'un arc du méridien, te vinden, gereduceerd werden, om uit dezelve alle de nodige bepaalingen af te leiden. Men had zig, daar de overéénkomst van KRAYENHOFF'S waarnemingen met die van PERNEY, in den bovengenoemden driehoek ondervonden, alle naauwkeurigheid scheenen te beloven, zo wel van de bekende kunde en geöeffende voorzigtigheid van PERNEY als van de voortreffelijke constructie van onzen repetitie-cirkel, gevleid: dat alle mogelijke en van elkander onafhanglijke combinatien der gemeetene driehoeken de berekende afstanden der middelpunten van de torens der plaatzen, in de hoekpunten der driehoeken gelegen, ten minsten zeer nabij het zelfde resultaat zou heb ben opgeleverd, en men dus, in dit geval, voor de geographische lengtens en breedtens der plaatsen, bij elk van die verschillende combi- natien genoegzaam dezelfde uitkomst ver- kreegen hebbende; (immers uitkomsten, zo weinig van elkander verschillende, dat dit ver schil op de schaal der Kaart een onzigtbaare grootheid zou gegeeven hebben,) in staat zou 106 2018-3 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2018 | | pagina 16