bleef. Henri Pouls
had belangstelling
voor de wijze waar
op landmeters vóór
hem gemeten had
den, en met welke
instrumenten.
Zowel professor
Witt als professor
Bogaerts gaven
hem de ruimte om zich erin te verdiepen. In
de kasten in de practicumzaal (Kanaalweg 4)
stonden nog oude instrumenten, waarvan
sommige afkomstig waren van de in 1811
opgeheven Universiteit van Franeker, waar
een opleiding voor landmeter was. De ver
ouderde instrumenten werden gelukkig niet
weggedaan. Er was al door ir. Th.W. Harm-
sen begonnen met deze te registreren en te
beschrijven. Pouls verbeterde dat en zo ont
stond na de verhuizing naar Thijsseweg 11
het in 1979 geopende Geodetisch Museum.
Samen met Axel Smits, de fotograaf van de
onderafdeling Geodesie werd een goed regi
stratiesysteem opgezet. Vele bezoekers heb
ben dit museum aldaar bezocht. Na zijn
pensionering bleef Pouls betrokken bij de
collectie.
Henri Pouls' geschiedkundige ambities
waren in 1979 voor de Rijkscommissie voor
Geodesie aanleiding de Werkgroep Geschie
denis der Geodesie in te stellen met Dolf
Waalewijn als voorzitter, Henri Pouls als
secretaris en - naast andere geodeten - des
kundigen op het gebied van de cartografie,
de natuurwetenschappen en het museum
wezen. In de werkgroep waar Leen Aardoom
de leiding van had werd er samengewerkt
met RWS (Paul van Schelt en Wim van
Beusekom) en het Kadaster.
Ondertussen was zijn kennis van het vroe
gere landmeten bij Henri Pouls zó groot, dat
hij ging publiceren. Zijn bekendste boek is
De Landmeter van de Romeinse tot de
Franse tijd. Inleiding in de geschiedenis van
de Nederlandse Landmeetkunde, Alphen aan
den Rijn 1997. Dit boek geldt nog steeds als
HET standaardwerk voor de landmeethisto-
rie. Nadat de Rijkscommissie was omgezet
in de Nederlandse Commissie voor Geodesie
(NCG) heeft hij enthousiast meegeholpen bij
de omvorming van voorgenoemde werk
groep tot Stichting De Hollandse Cirkel in
1998. In 1980 was hij ingevallen als ambte
lijk secretaris van de commissie. Op afstand
heeft hij geholpen bij de eerste aanzet voor
de tentoonstelling 125 jaar NCG in het Tech
niek Museum in Delft in 2004.
Pouls' beschrijving van in Nederland uitge
vonden geodetische instrumenten, met name
van Dou's Hollandse Cirkel, heeft stellig bij
gedragen tot de naamgeving van de in 1998
gevormde stichting.
Vlak voor de eeuwwisseling heeft het be
stuur van de Faculteit Geodesie contact ge
zocht met het toenmalige Techniek Museum
van de TU Delft, om de collectie aldaar te
registreren. Gelukkig was er toen geld om
dat goed te doen. Vlak nadat deze registratie
gereed was gekomen werd de opleiding Geo
desie opgeheven en de collectie kon opgebor
gen worden in het depot Bijzondere Collec
ties van TU Delft. Ook na plaatsing in het
depot bleef Henri helpen om de beschrijvin
gen te verbeteren. Dankzij hem is de geode
tische collectie binnen de TU Delft nu de
best beschreven collectie.
Afscheid genomen in Delft, behield Henri
zijn algemene historische belangstelling, en
voor de oud-vaderlandse landmeters en carto
grafen in het bijzonder; getuige zijn in 2003
in een regionale reeks nog uitgebrachte publi
catie over landmeters op Voorne-Putten.
In januari konden Henri's echtgenote - al
jarenlang verpleegd in Hoogvliet - met haar
man samen nog terugblikken op de dag dat
zij 65 jaar geleden in het huwelijk traden.
Nu zal zij zijn trouwe dagelijkse bezoeken
moeten missen.
Joop Gravesteijn
130
2018-3 De Hollandse Cirkel