Column: 50 jaar geleden Het 'kanteljaar' 1968 behoort tot de iconische jaren van de twintigste eeuw. Het is het jaar van de Meirevolutie in Parijs, van de Praagse Lente en van het verzet tegen de oorlog in Vietnam. In Nederland opende prinses Beatrix in Rotterdam de eerste metrolijn in het vaderland. In 2004 publiceerde de Franse journalist Mark Kurlansky: 1968. Het jaar waarin alles anders werd. Daar merkje niks van als je 1968 in Geodesia doorneemt. Uü 1 ,..„12 ar?; NGL-voorzitter B.M. de Bruin memoreerde in nummer 1 de traditie dat een nieuwe jaargang wordt voorzien van een 'Van de Voorzitter' en hij deed dat zelf ook. Hij blikte terug op het 4e NGL-congres in Arnhem in september 1967. De start ervan: 'Een pracht van een tentoonstelling en een nog mooier damesprogramma. Bent u er niet geweest met uw vrouw of verloofde? Jammer!' Daarna pas werd ook het fenomeen van voordrachten genoemd. Hij zag veel consumerende belangstellenden tegenover weinig werkenden. Hij nam toch aan dat 'het enthousiasme voor het vak dat U hebt gekozen groter is dan dat van sommige verkoopsters in grote warenhuizen, die in het handschoenenvak staan. Neem de handschoen op!' Of vrouwen niet méér in het blad aan de orde kwamen? In september 1968 vroeg de gemeente Hengelo (O) een landmeetkundige in een personeelsadvertentie: 'Voor gehuwden kan, mits de gezamenlijke leeftijd van man en vrouw tenminste 46 jaar bedraagt, op medewerking bij het verkrijgen van woonruimte worden gerekend. J. Ooms van de Topograhsche Dienst schreef intussen in juni over 'Hoogtekaart van Nederland'. Het artikel stond eerder al in KNAG Geografisch Tijdschrift II (1968-1). Hij vond het moeilijk te zeggen of na het gereedkomen in 1974 bijhouden noodzakelijk zou worden. 'Uit oogpunt van bodembewegingen lijkt het waarschijnlijk, dat de hoogtekaart zeker 80 a 100 jaar (of langer) zijn waarde zal behouden', aldus zijn ontactische profetie. Zo hou je geen werk! (Nadat later het hulpmiddel laseraltimetrie verschenen was verkondigden vakgenoten wel wat anders.) In april 1968 was als laatste de voordracht over puntsbepaling van Van Mierlo van dat 4e NGL-congres van 1967 aan de beurt voor publicatie. In mei 1968 volgde nog het verslag van de forumdiscussie van acht maanden geleden. Bijna acht kantjes zonder één plaatje! Het bleek, 'dat er in Nederland slechts één dienst is die gedurende langere tijd de beschikking heeft over een geodimeter, nl. de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat.Ene De Ridder zei 'dat ook het Kadaster een geodimeter heeft besteld of een dezer dagen zal bestellen'. Mooi! Menéér Van den Brink, chef van mijn Tekenzaal I bij die Meetkundige Dienst, publiceerde in nummer 7-8 een artikel met een korte kop: Naverkennen. 'Een beschouwing geschreven in 1963', zo stond er in 1968 bij. In nummer 12 publiceerde de redactie over 'Bij het afsluiten van de 10de jaargang'. Een 'flinke toevloed van kopij' zou welkom zijn. Wie over 1968 meer wil lezen dan mijn gekleurde selectie: kijk op internet of nog in de boekenkast. En die in 1968 geopende Rotterdamse metro? Geodesia schreef er regelmatig wel wat over sinds 1961. In 1968 zelf verscheen echter alleen van ir C. (Cor) Zeillemaker in K&L 1968-1 een overzichtsartikel: 'Landmeetkundig Werk bij de bouw van de Metro in Rotterdam'. (We hebben het bij onze regelmatige ontmoetingen in de Nieuwerkerkse super Plus al geëvalueerd!) Adri den Boer 140 2018-3 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2018 | | pagina 50