name in Nederlands-Indië. Besloten werd daar om dat Nederland zou worden bemeten met het toestel van Defforges, deels zij aan zij met het daarnaast aan te schaffen vier-slingertoestel. Die gezamenlijke inzet diende ter onderlinge vergelijking van de uitkomsten en om met het Stückrath-toestel ervaring op te doen ter voor bereiding van de geplande gravimeterische opname van Indië.12 Aanvankelijk was de Leidse Sterrenwacht de thuisbasis van het door de RCGW uit te voeren Nederlandse zwaarte- krachtsonderzoek. Toen echter de in 1906 daar met het werk belaste dr. H.J. Zwiers die taak vanwege zijn benoeming tot observator nog datzelfde jaar moest beëindigen en in plaats van hem ir. E.A.J.H. Modderman werd aange wezen, werd het instrumentarium overgebracht naar het geodesiegebouw in Delft. Daar was het ir. Modderman die, al experimenterend, als eerste met het Stückrath-toestel aan de slag ging. Na diens onvoorzien overlijden in augus- tus 1908 lagen de werkzaamheden enkele jaren stil, totdat er met ir. F.A. Vening Meinesz in 1910 een opvolger voor het innoverende werk werd gevonden. Na ruime ervaring met beide toestellen (Defforges contra Stückrath) gaf Vening Meinesz, voor veldgebruik, in 1914 nadrukke lijk de voorkeur aan het handzamere vier- slingertoestel. Sedert 1915 maakte hij daarbij - in plaats van de oorspronkelijke Stückrath- messingslingers nummers 88 t/m 91 - gebruik van de door eerdergenoemde Fechner afgele verde invarslingers met kleinere thermische uitzettingscoëfficiënt. Na 1914 vond het Defforges reversietoestel, wat Nederland be treft, zijn weg 'naar het museum' en bleven de koloniën voorshands verstoken van inzet van het Stückrath-vier-slingerapparaat. Wat dit laatste aangaat, totdat dr.ir. Vening Meinesz, na voltooiing van het Nederlandse zwaarte- krachtsnet in 1921 en geïnspireerd door profes sor O. Heckers eerdere experimenten met zwaartekrachtsmetingen op zee uit gasdruk- variaties13, op het idee kwam het vier-slinger- apparaat ook maritiem te beproeven; in september 1923 leidend tot zijn genoemde onderzeebootreis daarmee naar Batavia.14 Voor het Stückrath-toestel werd dit de eerste en enige tocht naar 'De Oost' en de opmaat tot museale bestemming, evenals Defforges' reversie-slingertoestel tien jaar daarvóór had gekregen. Hoewel het zwaartekrachtsonder- zoek in 1912 bij het KNMI vaste grond had gevonden voor experi menten en - in plaats van in Lei den - voor onderbrenging van het referentiepunt van het onderhanden Nederlandse net, baarde de instabi liteit van de ondergrond van de stations elders in het net toch zor gen. Door weloverwogen bedie ning van het Stückrath-toestel en verwerking van zijn waarnemingen 99 Ir. E.A.J.M. Modderman (1874-1908): in 1906 te Delft als eerste met het vier-slingertoestel aan de slag. Uitsnede van portret in De Ingenieur 21/11-1908 Kanaalweg 4, Delft omstreeks 1900. Bron: beeldbank DHC 12 NCG, notulen 92e verg., 22-1-1902 13 W.A. Heiskanen en F.A. Vening Meinesz, The Earth and its gravity held, McGraw-Hill series in the geological sciences, 1958, p. 103 14 G.J. Bruins, 'Professor dr.ir. F.A. Vening Meinesz; bij de herdenking van 100e geboortejaar', GeodesiaNed. Geodetisch Tijdschrift29 (1987), pp. 442-456. 2018-3 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2018 | | pagina 9