Ook de mijnenwachters stonden met twee per
sonen op de uitkijk. De ene mijnenwachter
peilde de waterzuil en las de richting af. Hij
keek door het draaibare keepvizier aan de ene
zijde tot hij de draad van het draadvizier op
één lijn zag met de te peilen waterzuil waar de
mijn in het water was beland. Een pijltje op de
vizierdrager gaf aan hoe groot de hoek (in gra
den) was tussen de noord-zuidlijn en de water
zuil. De andere gaf deze richting, samen met
het tijdstip en de vorm en afmeting van de ge
spotte mijn, per veldtelefoon door aan de
groepspost.
Nedinsco vervaardigde ook de pelorusinstru-
menten die de Mijnenuitkijkdienst gebruikte.
Elke pelorus heeft de aanduiding K.M. en het
logo van de Koninklijke Marine, een instru-
menttypenummer, CI.Nr. 575.02.16.08, een
fabricagejaartal en een uniek nummer voor elk
instrument. De vroegst afgeleverde pelorussen,
langs de Westerschelde en de Nieuwe Water
weg, zijn gemaakt in 1950. Na uitbreiding van
het aantal waluitkijkposten langs de Nieuwe
Waterweg zijn daar ook instrumenten uit 1956
geleverd. De binnenste plastic gradenring en
draaibare arm met aan de ene zijde een keep-
vizier en de andere zijde een draadvizier. Om
de pelorus af te kunnen lezen aan de zijde van
de waarnemer werd hij niet met de 0 naar het
noorden geplaatst, maar 180 graden gedraaid,
met de 180 naar het noorden. Als hulpmiddel
om de pelorus nauwkeurig te plaatsen zaten in
de houten opbergkist (peloruskist) een situatie
schets en merklijnenlijst met de richting
in graden van enkele markante
herkenningspunten in de om
geving, zoals kerktorens
of vuurtorens.
Pelorus nr. 49093
met smal keepvizier
behorend bij
waluitkijkpost 33
Westerschelde, west van
Ellewoutsdijk.
Foto S. van Lochem.
2019-1 De Hollandse Cirkel
Mijnenwachters tijdens een oefening, mogelijk bij
waluitkijkpost 6 Schulpengat bij Fort Erfprins in
Den Helder. De pelorus heeft een smal keepvizier.
Bron NIMH in Sakkers en Den Hollander 2002.