weg, in het bijzonder voor de lengtebepaling
op zee5, maar het werd de Engelse klokken
maker JOHN HARRISON (1693-1776), die in
het midden van de 18de eeuw kwam met de
realisatie: een transportabel mechanisch uur
werk dat voldoende met de dagelijkse aswente
ling van aarde in de pas liep om - gelijkgezet
met (bijvoorbeeld) Greenwich - elders op aarde
Greenwich-tijd beschikbaar te hebben.6 Die
tijd vergelijkend met de plaatselijke tijd, zoals
bepaald uit sterren- en/of zonswaarnemingen
met behulp van een sextant en een op locatie
beschikbaar actueel nautisch jaarboek (alma
nak), leidde tot het gezochte lengteverschil met
Greenwich. Gebruikmakend van de ook sedert
het midden van de 18de eeuw verbeterde sex
tant, bleef dit tot medio 20ste eeuw de gang
bare methode van navigatie op zee. Te land
had de maan, na de invoering van het optische
doorgangsinstrument (eveneens in het midden
van de 18de eeuw), tot medio 20ste eeuw geo
detisch afgedaan.
Twintigs te-eeuwse ontwikkelingen
Na - en al in - de Tweede Wereldoorlog leidden
wetenschappelijke en technische ontwikkelin
gen echter tot nieuwe inzichten en kwam de
maan in geodetisch opzicht weer in beeld. Nog
meer dan tevoren werd, gebruikmakend van de
allengs verbeterde communicatie- en navigatie-
methoden, in de oorlog de behoefte gevoeld
aan een eenduidig, de aarde omspannend, geo
detisch netwerk. Na de oorlog hiernaar stre
vend, was de klassieke terrestrische triangula
tie met maximale zijdelengten van doorgaans
hoogstens enkele tientallen kilometers mis
schien toepasbaar bij onderlinge aansluiting
van naburige regionale driehoeksnetten, maar
geen optie als daartoe breder water moest wor
den overbrugd, zoals voor een mondiaal net
werk onvermijdelijk zou zijn. Gezocht zou
moeten worden naar een methode waarmee, zo
mogelijk onafhankelijk van het spaarzaam be
kende zwaartekrachtsveld, grotere afstanden in
één keer konden worden genomen om een
wijdmazig primair net te vormen, waarin be-
staande of te vormen regionale netten konden
worden ingepast. De ontwikkelde radio-navi-
gatiemethoden - vooral die ten behoeve van de
luchtvaart (Shoran en Hiran) - boden na de
oorlog grootschalige geodetische mogelijk
heden, maar optische methoden bleven, vooral
dankzij de beter controleerbare voortplantings-
snelheid (refractie) van licht, voor het primaire
werk voorlopig de voorkeur genieten.
Aanvankelijk voor eigen gebruik in Finland,
had de geodetisch betrokken Finse sterren
kundige YRJÖ VAISAlA (1891-1971) daartoe
al in 1946 een idee. Naar eigen schrijven7 was
het al omstreeks 1921 bij hem opgekomen; dus
al in de tijd toen hij ook de eerste hand legde
60
Yrjö Vaisala, 1946: small moons which would
circle the earth (portret uit: Kakkuri, 2001)
5 Howse
6 Stuart McCready (ed.), The discovery of time, Sourcebooks Inc., Naperville, Illinois 2001
7 Y. Vaisala, "An astronomical method of triangulation", Sitzungsberichte der Finnischen Akademie der Wissenschaften 1946, Helsinki
1947
2019-2 De Hollandse Cirkel