De overdracht van de Breithaupt PRURO
Dr. Nicolas de Hilster
In de maarteditie van ons blad werd al melding
gedaan van het feit dat de Breithaupt PRURO,
een collimator voor het testen van randverde-
lingen van theodolieten, op 8 februari 2019
overgedragen is aan het Erfgoedteam van de
TU Delft (zie afbeelding 1).1 Voor die tijd was
de PRURO onderdeel van mijn privé-collectie,
waar hij sinds december 2013 verbleef. Dit
artikel gaat over de ontstaansgeschiedenis van
het instrument en de route die het instrument
door de jaren afgelegd heeft.
Het is in 1913 dat Prof.Ir. Hk.J. Heuvelink,
hoogleraar aan de Technische Hogeschool te
Delft, een artikel publiceert over het testen van
regelmatige fouten in randverdelingen van
theodolieten.2 In zijn tijd ging het hierbij nog
om theodolieten met gegraveerde metalen
randen die op ten minste twee diametraal
tegenoverliggende locaties werden afgelezen.
Heuvelink gaf aan dat het niet zozeer interes
sant was de fout van een enkele deelstreep te
bepalen, als wel de bijdrage van het gemid
delde van de twee tegenoverliggende deelstre
pen in het waarnemen van een enkele richting.
Hij onderscheidde daarbij onregelmatige (of
toevallige) en regelmatige (of periodieke)
fouten. Om deze fouten te detecteren dienden
metingen te geschieden op regelmatige even
intervallen van graden of gon (dus 2^, 4^, 6^
etc.). Aangezien de metingen telkens het ge
middelde van de twee diametraal tegenover
liggende deelstrepen betrof, hoefde de meting
over slechts de helft van de rand te worden uit
gevoerd.
Het artikel toont ons de benodigde wiskunde
en een voorbeeldmeting die op 20 december
1911 te Delft is uitgevoerd. Een universaal-
instrument van Max. Hildebrand (serienummer
10449) met een randdiameter van 18 centi
meter was leidend voorwerp en als richtmiddel
werden twee collimatoren opgesteld met een
onderlinge hoek van circa 45 graden. De me
tingen werden gedaan op 36 posities van de
rand (de rand werd dus 36 keer verdraaid) en
de metingen werden in vier series van negen
waarnemingen uitgevoerd. Het totale aantal
waarnemingen was echter veel groter, aan
gezien elke serie van negen waarnemingen in
heen en teruggang werd gedaan en elke rich
ting vier keer werd waargenomen om waar-
nemersfouten uit te middelen. De gehele
meting werd door drie personen gedaan: twee
voor het waarnemen en een voor het contro
leren en aansturen van de procedure.
Een paar jaar later, in mei 1924, ontvangt ir.
W. Schermerhorn een Carl Zeiss Th1 (serie
nummer 15897, voor een nog eerder exemplaar
zie afbeelding 2) uit Duitsland. Deze theodo-
74
Afbeelding 1: Overdracht van de Breithaupt
PRURO; van links naar rechts: Nicolas de Hilster
plus zijn zwager Adri Twisk, en anderzijds namens
de TU Delft (Erfgoedteam): René Hagman, Sander
van Dam en conservator Sylvia Nijhuis
(foto J. Gravesteijn)
1 Boer, A. den, 'Overdracht Breithaupt Pruro aan TU Delft', in: De Hollandse Cirkel, Jaargang21,nr. I, (Nieuwerkerk aan den IJssel,
2019), p. 41
2 Heuvelink, Hk.J., 'Bestimmung des regelmassigen und des mittleren zufalligen Durchmesser-Teilungsfehlers bei Kreisen von
Theodoliten und Universalinstrumenten'Zeitscfrrift fürVermessungswesen, Heft 17, lljuni 1913, BandXLII, (Stuttgart, 1913), pp. 441-452
2019-2 De Hollandse Cirkel