Cooke, Troughton Simms Tavistock theodo
liet ermee getest wordt.5 Dit instrument was
het Britse antwoord op de optische theodolie
ten uit Duitsland (en inmiddels ook uit Zwit
serland) en was vernoemd naar de plaats waar
in 1926 een bijeenkomst was van Britse instru
mentmakers en landmeters ten einde de achter
stand in instrumentele techniek ten opzichte
van het vasteland op te lossen.6 Ook bij deze
tests was er nog steeds sprake van het gebruik
van twee collimatoren in de meting.
In 1957 wordt in Duitsland door G. Wermann
over de methode Heuvelink gepubliceerd.7
Wermann maakte daarbij in plaats van colli
matoren gebruik van richtmerken op 5 meter
afstand, maar ook met bevredigend resultaat.8
Wermann gaf daarbij wel aan dat het beter is
van meer dan één standaardhoek gebruik te
maken.9
liet is de eerste theodoliet met glazen randen,
een revolutie in landmeetkundige instrumen
ten, zoals later zou blijken. Schermerhorn ge
bruikt de methode Heuvelink om de rand te
testen en publiceert hierover in het Zeitschrift
fur Instrumentenkunde in 1925.3 Vanaf de eer
ste eerste druk van zijn Leerboek der Land
meetkunde neemt hij de theorie als lesstof op.4
Dat de methode ook internationaal aanslaat
blijkt uit het feit dat in 1931 artikelen ver
schijnen in The Geographical Journal en de
Transactions of the Optical Society, waarin de
In 1958 wordt de methode van Heuvelink door
ir. A.C. Scheepmaker verder vereenvoudigd.10
Ook Scheepmaker beschrijft de wiskunde uit
voerig en geeft data van een meting, ditmaal
met een Wild T3 (serienummer 12267), uitge
voerd op 25 april 1956. De vereenvoudiging zit
'm voornamelijk in het uitdrukken van hoeken
in veelvouden van 10°, 30° en 60° (dus
20o=30°-10°, 40°=30°+10°, etc.), hetgeen de
nodige trigonometrische functies scheelt. De
meting geschiedt op volkomen regelmatig ver
spreide randstanden van 5°. Scheepmaker
schrijft hierover dat dit in afwijking is van het
meetschema van Heuvelink, dat niet geheel
regelmatig was.
75
Afbeelding 2: Carl Zeiss Th1 (serienummer 15877)
Schermerhorn, W., 'Vergleichung des neuen Zeiss-Theodolites mit heutigen Konstruktionen', in: Zeitschrift für Instrumentenkunde,
XLVJahrgang, Januar 1925, (1925), pp. 16-35
Schermerhorn, W., Steenis, H.J. van, Leerboek der Landmeetkunde voor het middelbaar en hoger technisch onderwijs en voor de
praktijk, (Amsterdam, 1941), pp. 251-254
Goodenough, W., Dyson, F., Douglas, H.P., Knox-Shaw, H., Reeves, Mr., Winterbotham, H.S.L., Hinks, Mr., Cooke, Messrs., Troughton,
Messrs., Simms, Messrs., Clifford, E.H.M., 'The Tavistock Theodolite: Discussion', in: The Geographical Journal, Vol. 77, No. 5 (May,
1931), (1931), pp.447-454. Taylor, E.W., 'The 'Tavistock' transit theodolite', in: Transactions of the Optical Society, Vol. XXXII, 1930-31,
No.2., (1931), pp. 45-60
Peake, E.R.L., 'The Tavistock Theodolite: A paper read at the Afternoon Meeting of the Society on 11 February 1929', in: The
Geographical Journal, Vol. 73, No. 6 (Jun., 1929), (1929), pp. 513-519
Wermann, G., Kreisteiluntersuchungen (Kritische Betrachtung des Heuvelink-Verfahrens), in: D.G.K. ReiheC,no.18, 1957. Dit artikel
heb ik niet gezien, maar het wordt genoemd in (Roelofs, 1965), zie voetnoot 16.
Bakker, G., 'Het Maken en Onderzoeken van Randverdelingen', in: Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 78e jaargang, nr.3
('s Gravenhage, 1962), p. 133
Bakker, G., 'The Adjustment of Primary Direction Measurements with Special Reference to Circle Testing Methods', in: Netherlands
Geodetic Commission, Publications on Geodesy, New Series, Volume 3, Number 2, (Delft, 1970), p. 5
Scheepmaker, A.C., 'Een vereenvoudigde berekeningswijze bij het onderzoek van een randverdeling volgens de methode
Heuvelink', in: Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 1 april 1958, pp. 53-58
2019-2 De Hollandse Cirkel