Profeten en pioniers van de satelliet-navigatie en -geodesie
De maan (1514-1952)
Prof.dr.ir. Leen Aardoom
De Duitse hooggeleerde geodeten Berroth en
Hoffman moeten hun boek over het gebruik
van de maan in hun vakgebied1 al verregaand
in de steigers hebben gehad, toen zij in oktober
1957 werden verrast door de eerste kunst
matige satelliet: Spoetnik 1; nog op tijd om een
hoofdstuk toe te voegen over het potentiële
geodetisch gebruik van kunstmanen. Alle
aardsatellieten samen beschouwend, was hun
Amerikaanse collega Mueller2 enkele jaren
later in de gelegenheid om op de vroege resul
taten van het geodetisch gebruik van kunst
manen in te gaan.
Hoewel het geodetisch gebruik van kunst
manen, zeker in historisch opzicht, geen
specifiek Nederlands onderwerp is, was het na
zestig jaar een uitdaging om aan de hand van
vroege publicaties te trachten de eerste jaren
van deze baanbrekende ontwikkeling te doen
herleven; een ontwikkeling die - dagelijks
meest tastbaar - een wereldwijde algemeen toe
gankelijke plaatsbepaling mogelijk zou maken,
ook in Nederland. Dagelijks minder zichtbaar,
zou die plaatsbepaling ook ongekende moge
lijkheden bieden voor evenzeer relevant aard-
wetenschappelijk onderzoek. Bij de terugblik
op die roerige eerste jaren was het gepast uit
drukkelijk te verwijzen naar de destijds op de
voorgrond tredende 'spelers': de vooruitblik
kende 'profeten' en de experimenterende
'pioniers'. Ook kon niet voorbij worden gegaan
aan de maan 'zelf', die als voorloper op haar
kunstmatige partners, vanouds wereldwijd
geodetisch houvast bood en hiervoor nog
steeds beschikbaar is.
De maansafstandmethode: onderweg
klokkijken op de nul-meridiaan
Sinds de oudheid was de maan de geodesie van
dienst geweest doordat bij een verduistering de
rand van de aardschaduw op haar oppervlak
altijd globaal cirkelvormig bleek te zijn: het
voor die tijd meest overtuigende argument
voor de bolvorm van de aarde. Christopher
Columbus - op 14 september 1494 voor anker
bij Hispaniola - bepaalde, zij het met matige
nauwkeurigheid, zijn relatieve geografische
lengte met behulp van een maansverduistering,
zoals in 1474 door JOHANNES MÜLLER,
alias REGIOMONTANUS (1436-1476), voor
speld was in diens voor de Neurenbergse
sterrenwacht geldende astronomische almanak.
Zich realiserend dat een maansverduistering
geen alledaags verschijnsel was, kwam de
eveneens Neurenbergse sterrenkundige
JOHANN WERNER (1468-1522) in 1514 op
58
Maansafstandmeting in Werners tijd, met de
jakobsstaf. Afbeelding in Petrus Apianus'
"Cosmographicus 1524 (uit: Howse, 1980)
1 A. Berroth en W. Hoffman, KosmischeGeodasie, Karlsruhe 1960
2 Ivan I. Mueller, Introduction to satellite geodesy, New York 1964
2019-2 De Hollandse Cirkel