Kunstmanen (1945-1963) Profeten en pioniers van de satelliet-navigatie en -geodesie (vervolg) Prof.dr.ir. Leen Aardoom De kunstmaan, een primeur voor het Internationaal Geofysisch Jaar Afgezien van 'sterrenkundig Nederland'1, was de presentatie van de Nederlandse IGJ-bijdrage - voorzover via de radio niet gehoord op 24 februari - op 8 maart 1957 ook voor 'geodetisch Nederland' de eerste gelegenheid om kennis te maken met het begrip 'kunstmaan': "De Verenigde Staten zullen 6 a 10 kunstmanen lancerendie met een drietrapsvuurpijl tot 500 km om hoog worden gestuwd, en waarvan de doorsnede ongeveer 70 cm is, het gewicht 10 kg en de snelheid 30.000 km per uur. Door radio-apparaten zullen signalen worden uitgezonden, die tot op 1000 km afstand hoorbaar zullen zijn."2 Op 25 juni zou - in een uitvoeriger betoog over het Amerikaanse Vanguard-project - via de radio, voor het nieuwe begrip de sterren kundige benaming kunstmatige satelliet vallen.3 Voor zulke satellieten waren er diverse wetenschappelijke taken in het vooruitzicht; betreffende het aardse milieu en daarbuiten, maar in eerste aanleg zou het gaan om de precieze baan van een satelliet, eenmaal in de ruimte. Daarom werd op voorhand gewerkt aan een zoveel mogelijk wereldwijd dekkend net van waarnemingsposten; zowel optische als radiografische en bediend door professionals of vrijwilligers. Wat de visuele en optisch-foto- grafische methode betreft nam het Smithsonian Astrophysical Observatory (SAO) te Cam bridge, Massachusetts in Amerika, het voor touw met het opzetten van zowel een netwerk van visueel waarnemende amateurs (Moon- watch, voor dadelijk in de eerste fase na de lancering), als een aarde-omspannend net van professoneel te bedienen camera's voor de operationele fase. SAO-directeur FRED L. WHIPPLE (1906-2004) was bij dit alles de gangmaker. De benodigde camera's moesten zijn berekend op de bijzondere taak van het volgen en fotograferen van gevarieerd snel be wegende, als sterren ogende, objecten in alle mogelijk denkbare banen; een uitdagende, maar tot een goed einde gebrachte, opdracht. Naar ontwerp van de sterrenkundige/opticus JAMES G. BAKER (1914-2005) en ingenieur 94 r«i 'SM** ihd«iifcv TUKMtg Urn Cmr Tr«k*W| itfrmm Om een onvoorzien aanbod van satellieten, samen met de sterrenhemel, fotogrammetrisch te kunnen opnemen beschikte de Baker-Nunncamera over veel instelmogelijkheden. (uit: Brandenberger, 1962) 1 De Meteoor (orgaan van de Werkgroep Meteoren van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde), 13de jrg. no. 1 en 2 (februari/april) 1957 2 F.A. Vening Meinesz, "Het Internationale Geofysisch Jaar" (voordracht Delft, 8 maart 1957), K&L 73, nr. 6 (december 1957), pp. 337 344 3 J.H. Oort, "Kunstmatige satellieten", Het Internationaal Geophysisch Jaar 1957-1958, pp. 71-78 2019-3 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2019 | | pagina 4