1671 mogelijk nog op andere naam. Omdat van
vóór 1688 een overzichtelijke boekhouding op
de grafrechten in de Sint-Bavo niet (meer) aan
wezig blijkt te zijn, moet het hier bij een gis
sing blijven. Mede gezien het blijkbaar kinder
loos overlijden van Andries van der Walle,
mag daarbij worden verondersteld dat de
familie Steyn het recht op middelkerk 464 al
vóór 1688 (lees: na 1671) bezat en dat het via
burgemeester Jacob Steyn (1606-1679) in 1679
vererfde op zijn genoemde zoon Pieter.
Opmerkelijk genoeg dan, maakten de Steyns
geen gebruik van hun rechten op middelkerk
464 en hielden zij het zeker tot medio 18de-
eeuw bij hun al bestaande recht op graf num
mer 137 in de 'zuidertrans' van de kerk. Te
beginnen bij genoemde Jacob Steyn in 1679
met echtgenote in 1688 en Pieter Steyn zelf in
1694. Kennelijk kozen zij ervoor 'onder ons' te
blijven. Onverlet hun tot 1784 gecontinueerde
aanspraken op middelkerk 464.
Voor zover na te gaan, werd in middelkerk 464
overigens slechts spaarzaam begraven.
Chronologisch terugtellend vanaf 1671, vonden
er vóór de begrafenis van Trijntje Jakobs en
Andries van der Walle, in tientallen jaren
slechts enkele 'openingen' plaats. Laatstelijk in
1661 voor Aagje Claesdr. van Duren (*1579),24
weduwe van Willem Cornelisz Lakeman
(*1575, regent Oudemannenhuis 1616-1639) en
in 1648 voor haar zus Anneke Claesdr. van
Duren,25 weduwe van Pieter Andriaensz Ver
beek (burgemeester 1627-1632). Vermoedelijk
had ook hun beider zus Cunera Claesdr. van
Duren (*1581), weduwe van Augustijn Jacobsz.
Steyn, er in 1640 haar laatste rustplaats gekre
gen. Ook Lakeman (f1644), Verbeek (f1637)
en Steyn (f1624) werden in de Grote Kerk be
graven, maar het is niet gebleken dat dit in
middelkerk 464 was.
Belangrijk is het om hierbij op te merken dat
Cunera van Duren - in 1606 getrouwd met de
al genoemde Augustijn Jacobsz Steyn - de
moeder was van de bovengenoemde burge
meester Jacob Steyn, wiens zoon Pieter in 1688
het recht op graf middelkerk 464 genoot; aldus
een recht dat Augustijn al kan hebben genoten
en op grond waarvan dit graf in 1640 ten be
hoeve van zijn vrouw Cunera zou kunnen zijn
'geopend'; en vervolgens in 1648, respectieve
lijk 1661, ook voor haar zussen Anneke en
Aagje, die zelf geen directe band hadden met
de familie Steyn, maar desondanks wel in aan
merking kwamen om in middelkerk 464 te
worden begraven. Anders dan voor haar beide
zussen het geval was, is niet met zekerheid vast
te stellen dat Cunera er werd begraven. Het
over 1640 beschikbare begraafboek vermeldt
geen grafnummers, evenmin als de oudere
boeken die zouden kunnen uitwijzen of er al
eerder Steyns, dan wel relaties van hen, in
middelkerk 464 werden begraven.
9
24 NHA, DTB nr. 73, pag. 199
25 NHA, DTB nr. 71, pag. 200
"Het Juichende orgel", (vermoedelijk in 1919)
gefotografeerd vanuit de zuidelijke zijbeuk
(zuidertrans) St.-Bavo. Bron: Nationaal Archief/
Collectie Spaarnestad/Adriaan Boer
2020-1 De Hollandse Cirkel