ter van Binnenlandsche Zaken". Die stuurde dat door naar Krayenhoff, die daarop eiste dat De Gelder zijn verzoek zou intrekken, die dat uiteraard weigerde. Krayenhoff adviseerde toen de Minister om De Gelder te ontslaan, wat daarop ook gebeurde."Zoo men een ambtenaar ontslaat, betaalt men evenwel het loon tot den laatsten dag van dienstverrigting. Maar hier werd de vordering voor het laatste drietal maanden onvoldaan gelaten, en zij is onvoldaan gebleven."1 René M. Haubourdin dateert, als ik zijn tekst goed begrepen heb, de ruzie tussen beiden in 1806, "toen deze mede werker Binnenlandse Zaken verzocht om een vaste aanstelling en salarisverhoging tot f2.000,- met behoud van zijn neveninkomsten als wiskunde-leraar en uitgever.... Als opvol ger van De Gelder werd in 1806 de Zeeuwse arts en wiskundige Johan Fokker (1755-1831) benoemd tot 's lands astronomist op een jaar wedde van f2200,-."8 Signalen noodzakelijk Dat de plannen steeds werden aangepast blijkt ook wel uit wat Van der Plaats schrijft in 1889, namelijk: in 1803 "werd het noodig om op sommige punten signalen te plaatsen, te Kijk duin, op de kerk te Harderwijk, te Lemeler- berg, Imbosch en bij het Loo. De laatste drie zijn eerst in 1805 en 1807 als standplaatsen gebruikt, maar Krayenhoff was blijkbaar op eene goede voortzetting bedacht". In een voet noot vermeldt Van der Plaats nog: "De signa len te Harikerberg en Hettenheuvel zijn opge richt in 1805, die te Uelsen en Robbezand in 1807."9 Zandvliet schrijft: "In het voorjaar van 1802 kon De Man voor zijn gebied (de Ve- luwe [JS]) nog niet beschikken over de resulta ten van de nieuwe triangulatie van Krayenhoff en hij begon dan ook met het uitzetten van een grondlijn een basis [JS]) tussen Ede en Barneveld en daarna met hoekmetingen met het sextant vanaf verschillende torens en hoge plaatsen op de Veluwe. Eind 1802 en begin 1803 zette Krayenhoff ten behoeve van De Man allereerst zijn driehoeksmetingen met de Veluwe voort, waartoe o.a. een signaal werd gebouwd bij Hoog-Soeren (dat is het punt Observatorium Veluwe [JS]) en een stellage op de kerk van Harderwijk gezet. De Man was daarmee een der eersten die profiteerde van de triangulatie van Krayenhoff."10 In Harder wijk zijn de metingen al op 15 augustus 1803 begonnen. Als we kaart nr. 21 van De Man uit de uitgave van Zandvliet bekijken, zien we daar aangeven "Signal No.I" bij wat op die kaart de naam "Bultjes Berg" draagt. Op deze afbeelding zijn, als men deze goed bekijkt, zelfs meetlijnen te onderscheiden! Dat punt blijkt, na vergelijking met de door Frans Scholten gepubliceerde afbeelding van de kaart IJssellinie 28, een uitgave van het Topo- graphisch Bureau uit 1865 op schaal 1:25.000, het punt Imbosch van Krayenhoff te zijn. En in 13 7 Verdam, p. 26/27 8 René M. Haubourdin, in Caert-Thresoor 1996 nr. 2, p. 42 9 J.D. van der Plaats, pp. 238/239 10 K. Zandvliet (1984), pp. 23/24 alsmede de kaarten nr. 21 en nr. 24 Uitsnede uit blad 21 van de kaart van M.J. de Man, met daarop "SIGNAL I" 2020-1 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2020 | | pagina 15