Het kan zijn dat men het niks vindt als weg-
meubilair alleen iemands naam krijgt als je
goed fout bent geweest! Het is ook curieus:
naast een Mussertsteen een paal van de
Grebbelinie, een steen die alleen in 1940 werd
gebruikt en wel voor de verdediging tegen zijn
Germaanse vrienden.
Levende schaalstok of biseau
vivante?
Brugklasser Frederiek van
de serie over grens
stenen rond Nijkerk
haalde tot haar
eigen verrassing
een negen voor
haar eerste Franse
proefwerk. Toch heb ik haar,
met 167 cm dé groottereferentie voor de ge
fotografeerde stenen, slechts in het Neder
lands betiteld als 'levende schaalstok'. Om
ze een 'biseau vivante' te noemen vond ik
toch te ver gaan. Het Franse zelfstandig
naamwoord kwam wel net in dezelfde tijd
aan de orde bij mannen die historisch bezig
waren met landmeters en ruilverkavelingen:
schattingslijnen en schattingsgrenzen werden
met een 'biseau' op de schattingsveldkaart
gekarteerd, zo las men en men wist niet
meer wat zo'n biseau precies was! (Heeft dat
te maken met het taalkundig fenomeen van
de 'ontfransing' als voorganger van de 'ver
engelsing'?) Een analoog Van Dale-woor-
denboek geeft voor biseau nog 'schuin ge
slepen rand' en Google geeft als korte
vertaling 'schuin', maar geen van beide ver
wijst naar een schaalstok met zulke ran
den.Op internet vind je 'driekantige
schaallatten' (Rotring-term) van ruim 30 cm
nog voor een paar euro te koop, maar wel
alleen onder de Hollandse naam schaalstok.
Een biseau heeft dankzij de schuine kanten
minstens drie maal twee dat is zes verschil
lende schalen! Vaak gaat het zelfs om drie
maal vier dat is twaalf verschillende schalen.
Op één 'lineaal' zet men dan bijvoorbeeld
nog zowel schaal 1:20 als 1:200. Gekleurde
scheidingslijnen halverwege in de langsrich-
ting van de stok dienen als geheugensteuntje
voor de gebruiker! Tot slot: de vierde druk
van het 'Leerboek der Landmeetkunde' van
Schermerhorn en Van Steenis vermeldt
onder 'hulpmiddelen voor de kaartering' dat
proefnemingen van oud-lector Haasbroek
van de TH uitwezen dan men met een biseau
en piquoir vrijwel even goede resultaten
verkreeg als met een transversaalschaal en
passer, 'terwijl men veel sneller werkt'.
Frederiek werd er weer mooi bij gefotogra
feerd door haar moeder, beiden weer dank! De
rol van (nu) de Corlaer-brugklasser bij ook
deze vijfde grenspaal rond Nijkerk was breed.
(Die stad ligt tussen het zwaartepunt van Ne
derland in Putten en het 'kadastraal middel
punt' in Amersfoort!) De rol van Frederiek
was weer méér dan alleen die van een levende
schaalstok om een idee te geven van de grootte
van de stenen! Zo moesten de deels lage stenen
altijd eerst worden opgezocht met wat onder
getekende dankzij internet maar globaal kon
doorgeven. Het ging feilloos!
(Adri den Boer)
32
Frederiek
Breedijk weer méér dan een schaalbalk:
links weer een Mussertsteen en rechts grenssteen
O 13 van de Grebbelinie (foto José Broekhuizen)
2020-1 De Hollandse Cirkel