2019-3 (p. 100: Herman Quee, Nederland
(de NVG) als 'reddende engel' voor de
FIG, 1980-1982)
Met genoegen was ik indertijd naar Delft
gekomen en heb nog (ergens thuis) het Delft-
se tegeltje dat toen werd uitgedeeld aan de
deelnemers.
Het probleem dat zich stelde was de Russi
sche invloed op hun satellietstaten, onder
andere Bulgarije, dat het congres zou organi
seren in 1983. Om deel te nemen moesten de
delegaties beschikken over een uitnodiging
van het congres om een visum te bekomen
op hun paspoort. (lndien Bulgarije deze uit
nodiging niet verstuurde konden de collega's
van de niet-gewenste landen geen visum
krijgen, zo simpel was dat!) FIG heeft de
regels te volgen van de UNO-organisatie!
Daarom heb ik, in naam van Commissie l
(Ethiek van het Beroep) aan mijn Belgische
voorzitter, indertijd Majoor Hervier, ge
vraagd de 6 oorspronkelijke deelnemers en
oprichters van FIG samen te voegen voor een
bijzondere algemene vergadering te Brussel
(België, Frankrijk, Engeland, Duitsland,
Italië en Zwitserland) om te beslissen of het
Congres gehouden wordt in Sofia (Bulgarije)
of verplaatst moeten worden (omwille van
het niet naleven van de UNO-voorschriften
waarbij iedereen mag deelnemen aan de
werkzaamheden van de FIG en andere
gelijkwaardige organisaties.
Wij hebben te Brussel een ultimatum ge
stuurd aan de voorzitter van Bulgarije (met
kopij aan Prof. Pevsky, voorzitter van de
lokale landmetersvereniging) om vóór een
bepaalde datum alle visa te verstrekken aan
de deelnemers, hun paspoorten waren bij mij
verenigd en de consul van Bulgarije heeft die
allemaal ten gepaste tijde ondertekend en ik
heb ze aan onze collega's bezorgd, zodat het
congres van Sofia daar heeft plaatsgevonden
en wij samen met de Zuid-Afrikaanse dele
gatie en hun echtgenote's, met een rode loper
zijn ontvangen op het vliegveld van Sofia als
VlP's.
De Zuid-Afrikaanse collega's hebben mij in
1984, als bedanking, uitgenodigd voor de
Consas Meeting in Natal, waar +/- 900 land
meters (90% van alle landmeters) van Zuid-
Afrikaanse landen samen kwamen. Uitzon
derlijk land, waar de taal nog steeds vrij veel
gelijkenis heeft met het Westvlaams (het
overgrote deel van de scheepsbezetting
kwam van Oostende en omstreken - alleen
de officieren waren Nederlanders.)
Jan de Graeve
2019-3 (p. 108: Bart Jansen, Het verhaal achter een provinciale peilmerksteen)
De Peilvlaksteen tegenover de Collse water
molen in de voormalige molenaarswoning
op Collseweg 2 te Eindhoven is verdwenen.
Omdat ik daar vaak voorbij kom heb ik het
kunnen documenteren met wat foto's. De
eigenaar van het pand verblijft in Zwitser
land, zo is mij gezegd. De werklieden die ik
er soms trof waren van Poolse afkomst. Dat
maakte communiceren niet mogelijk.
Op de muur is een isolatielaag, purschuim,
aangebracht. Bij de muurankers was een
uitsparing gelaten. Die is later opgevuld
met cementmortel. De muur is gestuct en
egaal wit gemaakt. Na 140 jaar is de steen
dus verdwenen.
Bart Jansen
41
2020-1 De Hollandse Cirkel