was tegen en onder de latere Sint Sebastiaans-
brug. Het was achter de rooms-katholieke be
graafplaats Kanaalweg 2, die van 1929 tot
1969 actief in gebruik is geweest. (Afgaand op
bijgaande foto's werd die niét als toegang ge
bruikt!) Het Polygoonjournaal en vele kranten
besteedden aandacht aan de plechtigheid (zie
www.delpher.nl). De Deutsche Zeitung in den
Niederlanden van 20 juni 1940 schreef speci
fiek over zaken als het groeten van de graven
'mit den deutschen Gruss' en de inhoud van
toespraken van Duitse geestelijken: 'Vom
Opfertod als höchste Vollendung des Lebens,
das im Dienst für grosse Gemeinschaft auf-
geht, sprach der evangelische Geistliche,
Pfarrer Katzke, wahrend der katholische
Geistliche Rektor Müller über das Sterben der
deutsche Soldaten die Worte stellte: "Für
uns".'
Als Nederlands voorbeeld volgt hier De Gooi
en Eemlander van 20 juni 1940:
Duitsch heldenkerkhof te Delft
Overgedragen aan de Duitsche kolonie te
Delft
'Uit Delft wordt gemeld:
Op het kruispunt Kanaalweg-Kanaalstraat hier
ter stede, zijn dezer dagen 33 Duitsche soldaten
begraven. Zij zijn gesneuveld tijdens de ge
vechtshandelingen tusschen 10 en 15 Mei j.l.
en hun stoffelijke resten rusten thans in een
gemeenschappelijk graf. Er staan temidden
van bloeiende bloemen 33 kleine kruisjes met
daarop - voor zoover mogelijk - de namen der
slachtoffers. Zij allen behoorden tot het Duit-
sche luchtwapen. In het midden van deze hou
ten kruisjes staat een groot kruis. Met duide
lijke letter staat op de dwarsbalk:
„Deutschland muss leben, und wenn wir
sterben mussen", een bekende uitspraak van
Duitschland's Führer.8
Gistermiddag heeft de Duitsche militaire be-
velhebber in het bezette Nederlandsche gebied,
generaal Christiansen, dit Duitsche helden
kerkhof aan de zorgen van de Duitsche kolonie
in Delft overgedragen. Deze plechtigheid werd
bijgewoond door den Rijkscommissaris, Rijks
minister Seyss-Inquart en door verscheidene
andere Duitsche burgerlijke- en militaire auto
riteiten. Ter weerszijde van het heldenkerkhof
stonden opgesteld het muziekcorps van het
luchtvaartregiment Hermann Göring, een
detachement van het Duitsche luchtwapen en
enkele afdeelingen van de mannen- en
jongensgroepen van de Duitsche kolonie in
Nederland, in het bijzonder uit Delft en om
geving.
Ook de burgemeester van Delft, mr. G. van
Baren, de gemeente-secretaris, de commissaris
van politie en de garnizoenscommandant van
deze gemeente, alsmede enkele andere Neder-
landsche militaire autoriteiten woonden de
plechtigheid bij.
Bij den aanvang van de officieele overdracht
werd de wacht bij de graven der Duitsche sol
daten betrokken door vier leden van het Duit-
sche luchtwapen. Nadat het muziekkorps drie
coupletten had gespeeld van het bekende:
„Wilt heden nu treden"9 werd allereerst ge
sproken door generaal Christiansen, die in een
korte, kernachtige toespraak hulde bracht aan
de heldendaden van de hier ter ruste gelegde
kameraden, die thans in het tweede gelid zijn
getreden. Gij - zoo zeide generaal Christiansen
- zijt niet van ons heengegaan, onze gedachten
zijn bij u en zij zullen altijd bij u blijven. Spr.
bracht den Nederlandschen autoriteiten dank
voor de goede zorgen, die zij aan de stoffelijke
resten en aan de laatste rustplaats van deze
gevallenen hebben gewijd. Aan het slot van
zijn toespraak droeg de generaal het kerkhof
aan de Duitsche kolonie in Nederland over. De
rede van generaal Christiansen werd beant
woord door den leider van de N.S.D.A.P. in
Nederland, de heer Ruhberg, die de rond het
55
8 Het was een refrein van ene Heinrich Lersch. 'Bei Ausbruch des Ersten Weltkriegs meldete sich Lersch als Kriegsfreiwilliger. Der
Refrain seines Gedichtes „Soldatenabschied" machte ihn noch in 1914 als Kriegslyriker bekannt: „Deutschlandmuss leben, und
wenn wir sterben müssen!" Op het kruis stond alleen de naam van Adolf Hitler!
9 'Wilt heden nu treden' is een christelijk lied met Nederlandse wortels van Adriaen Valerius uit 1597 en tot heden opgenomen in
vele liedboeken. In mijn woonplaats werd het gezongen bij de onthulling van het monument voor WOII in oktober 1945. Met
het arrangement van de Oostenrijkse componist Eduard Kremser kreeg het lied ook grote bekendheid in Duitsland (vanaf 1877).
Overigens werden de liederen op 19 juni 1940 niet gezongen. Het verslag in de Deutsche Zeitung in den Niederlanden schreef over
'den weihevolle Klange des Niederlandischen Dankgebets'.
2020-2 De Hollandse Cirkel