Het pre-kadastrale tijdperk
Joop Gravesteijn
In het historisch tijdschrift Holland (26e jaar
gang nummer 2, april 1994) is door M.H.V. van
Amstel-Horak een artikel geschreven over het
pre-kadastrale tijdperk: De Rijnlandse morgen-
boeken, een unieke bron uit het pre-kadastrale
tijdperk. In deze publicatie wordt uitgebreid
ingegaan op de registratie van grondeigendom
door de overheid. In 2001 schreef mevrouw
Van Amstel er weer over: Rijnlandse morgen-
boeken. Drie eeuwen prekadastrale registratie
van grondbezit. In Genealogie 2013-19 publi
ceerde archivaris Gert Kroese erover.
Duidelijk is dat de overheid ook vóór 1832 de
registratie van het grondeigendom nodig had
voor het heffen van allerlei belastingen. (De
website www.rijnland.net geeft er sinds deze
Rijnlandse morgenboeken in 115.000 scans op
internet werden gezet, een pdf-document van
archivaris Gert Koese over.)
Ook vóór de tijd van de Republiek van de
Verenigde Nederlanden had de overheid een
registratie van grondeigendom. Vanaf de
Middeleeuwen werd in Holland de registratie
van onbebouwd grondeigendom grotendeels
uitgevoerd en beheerd door de Hoogheemraad
schappen. In de morgengeldboeken of bunder-
boeken (soms gemetboeken) van de diverse
ambachten binnen het Hoogheemraadschap
waren de gegevens betreffende de grootte van
de percelen en belastingplichtige opgeslagen.
In de loop van de 16e eeuw werden de taken
van de Hoogheemraadschappen in Holland
omvangrijker en was er meer geld nodig. Door
veranderingen van het gemiddelde zeeniveau
en daling van het maaiveld moesten er meer
werken uitgevoerd worden om de drooglegging
van grote delen van Holland te kunnen waar
borgen. Zo zie je maar: zeespiegelstijging,
bodemdaling en belastingheffing zijn van alle
tijden.
De registratie van de grondgebruikers die in de
Middeleeuwen opgezet was voldeed ook niet
meer aan de eisen die gesteld werden in de 16e
eeuw. Voorbeelden van deze registratie worden
dikwijls in geschiedkundige tijdschriften als
"Ons Voorgeslacht" gepubliceerd. Door een
uitspraak in 1548 van de Geheime Raad in
naam van Karel V was het nodig een verbeterd
systeem voor registratie van grondgebruikers
op te zetten. De techniek en kennis waren in
middels ook verbeterd. Het was toen mogelijk
om binnen het Hoogheemraadschap een
uniform systeem van registratie en kaartver
vaardiging te laten uitvoeren door landmeters.
In de loop van de 17e eeuw begon er syste
matische scholing van landmeters. Het onder
wijs in de noodzakelijke wiskundige kennis
werd verzorgd vanuit Leiden. Nu een citaat uit
Het Nooit Geschreven Gedenkboek TU Delft:
"De aspirant-landmeters leerden hun juridi
sche en bestuurlijk verantwoordelijke vak
doorgaans in dienst bij een gevestigde land
meter."
Naast de waterschappen waren ook andere
overheden bezig met belastingheffing op on
roerende goederen.
De registratie van de gebouwde onroerende
zaken en de bijhouding daarvan was anders
geregeld. In het artikel in het tijdschrift
Holland staan nog vele interessante zaken ge
noemd. Ook het begrip betrouwbaarheid komt
bijvoorbeeld in dit artikel aan de orde. Dat
volgt zeker uit de volgende passage: "De ge
gevens in de processen-verbaal van de land
meters zijn nagenoeg voor honderd procent
juist. De hoogheemraden hadden hoge boeten
in het vooruitzicht gesteld voor het geval de
ambachtsbesturen en eigenaars niet aanwezig
waren bij de meting. Bekeuringen wegens
nalatigheid, die de dijkgraaf zeker zou hebben
uitgedeeld, zijn niet geregistreerd in de ding-
boeken. Maar niet alleen de namen van de
eigenaren en pachters zijn betrouwbaar, de
oppervlaktenmaten van de percelen zijn dat
ook. De meetverslagen geven de situatie van
destijds goed weer. Van die stukken land die
gedurende drie eeuwen landschappelijk onbe
roerd waren gebleven, wijken de maten nauwe
lijks af van de getallen die de kadastrale me
ting rond 1820 opleverde."
113
2020-3 De Hollandse Cirkel