Het tweede instrument van Hadley werd later
soms bekend onder de naam 'Hadley's qua
drant' en had een sector van 45°. Hadley refe
reerde aan het (eerste) instrument met verge
lijkbare werking en schaal echter zelf als
octant15, wat correct is omdat er tot 90° mee
gemeten kan worden. Tegenwoordig wordt dit
type instrument dan ook normaliter als octant
bestempeld.16 Hadley's octant werd primair
ingezet voor de astronomische plaatsbepaling
als vervanging voor het Davis-quadrant of de
Jakobsstaf en daarmee voor het meten van met
name de breedtegraad.
Reflectiecirkel
Voor het meten van de lengtegraad waren er op
dat moment twee methoden in ontwikkeling.
Enerzijds de chronometer (John Harris) en
anderzijds de 'maansafstand'-methode. Hoewel
er vaak wordt beargumenteerd dat deze twee
methoden elkaar beconcurreerden, is dit in
feite niet waar. De chronometer is een uit
stekend instrument om de verandering in tijd te
bepalen, maar is uit zichzelf niet in staat de
absolute tijd te bepalen. Omgekeerd is de
maansafstand-methode erop gericht de abso
lute tijd nauwkeurig te bepalen, maar is het
bijna niet doenlijk hiermee de verandering in
tijd goed bij te houden. De twee methoden
ondersteunen elkaar dus. Toen Tobias Mayer
kwam met nauwkeurige tabellen voor de
maansafstanden, bleek al snel dat de octant
met zijn 90° onvoldoende bereik had hiervoor.
Tobias Mayer ontwikkelde hier zelf de zoge
naamde 'repeating circle' voor.17 Dit instru
ment maakte gebruik van hetzelfde principe
als de octant, maar had een groter meetbereik.
Het ontwerp van Tobias Mayer uit 1754 werd
door de instrumentmaker John Bird in 1757
gemaakt als cirkel met een straal van 16" (ca
40 cm).17 Dit instrument werd door (later ad
miraal) John Campbell op zee getest en bijzon
der onhandig bevonden. Op zijn verzoek
maakte John Bird een messing sextant van
120° voor hem in 1759.18 Deze bleek prima te
voldoen en de ontwikkeling van de reflecting
circle kwam hiermee in Engeland grotendeels
stil te liggen. In Frankrijk werd de reflecting
circle door Jean-Charles de Borda en Etienne
Lenoir wel doorontwikkeld tot zijn uiteinde
lijke vorm in 1777.17 Een afgeleid instrument
hiervan is de uit de landmeetkunde bekende
repetitiecirkel van Borda (en Lenoir), die
echter geen gebruik maakt van de dubbele
reflectie en hier dus verder niet beschouwd
wordt.
Sextant voor horizontale plaatsbepaling
Vroege hydrografie
De ontwikkelingen zoals beschreven hadden
echter als belangrijkste doel de astronomische
plaatsbepaling (lengte en breedte). Parallel aan
de ontwikkeling van de sextant kwam ook de
hydrografie tot zijn huidige ontwikkeling.
Waar deze eerst vooral was gericht op het vast
leggen van ontdekkingen, werd deze steeds
meer op een wetenschappelijke leest ge
schoeid. Een goed voorbeeld is de oprichting
van het Franse 'Depot des cartes et plans de la
Marine' in 1720 en de Engelse 'Hydrographic
Office' in 1795. Parallel daaraan waren 'be
drijven' als de VOC, maar ook de Engelse
East-Inda Company al langer bezig met het
karteren. Om de veiligheid van de scheepvaart
te verbeteren was het nodig meer gedetailleer
de kaarten te produceren, met daarop een veel
voud aan dieptemetingen eerdere kaarten.
Deze behoefte werd ingevuld door het uitvoe
ren van hydrografische opnames. Daarbij werd
in eerste instantie vaak gebruikgemaakt van de
'running survey', waarbij begin- en eindpunt
van een traject astronomisch werden bepaald
en daartussen met kompas en (geschatte) afge
legde afstand de kustlijn werd ingetekend.
Deze methode leverde echter onvoldoende
(nauwkeurige) gegevens op.
Sextant in de hydrografie
Al in 1765 werd door John Mitchell aan
gegeven dat de Hadley-quadrant te verkiezen is
voor het meten van horizontale hoeken boven
102
15 John Hadley, The description of a new instrument for taking angles, 1731
16 W.F.J. Mörzer Bruyns, Schip recht door zee, 2003, p. 28 e.v.
17 Charles H. Cotter, A history of the navigator's sextant, 1983, p. 144 e.v.
18 Peter Ifland, Taking the stars, 1998, p. 28
2020-3 De Hollandse Cirkel