gebied. Ik had gezien dat er om de staatsbossen een groot hek stond, dus ging ik eerst naar de boswachterij Planken Wambuis om mij te mel den. De boswachter vond het een prima idee, want hij wilde wel een nieuwe kaart! Ik kon iedere dag de sleutel ophalen en 's middags terugbrengen. Het werk in de bossen viel mij niet mee. Om 8 uur ging je door het hek en in de middag kwam je er weer uit zonder iets of iemand te hebben gezien, nog geen konijn. Toch beleefde ik er nog iets bijzonders. Op een gegeven moment vond ik een rustplek om een boterham te eten. Ik liet mijn gedachten in al die stilte gaan en moest denken aan wat zich hier in de oorlog op de heide had afgespeeld. Stel dat je hier nog een skelet vond, dan zou je je toch rot schrikken. Ik keek achterom en zag boven het zand een witte hand uitsteken. Bij nadere beschouwing bleek het een gipsen hand te zijn. Nu had ik wat verder weg een padvin dersonderkomen gezien. Zij hebben wellicht een sporenzoektocht gedaan of zoiets. Een mooi verhaal, maar het zit na al die jaren nog in mijn hoofd. Ik hoef geen bos meer te ver kennen. Het is mij te stil en je ziet de hele dag geen mens. Er waren collega's die het heerlijk vonden om de hele dag alleen te zijn. "Ben je misschien bang?", vroeg er wel eens één. En om eerlijk te zijn: diep van binnen wel! Ik word topograaf Inmiddels was ik bevorderd tot topograaf. Ik weet nog goed zoals dat plechtig plaatsvond op de kamer van de toenmalige directeur Van Roermund. Overigens had ik vóór hem al drie directeuren meegemaakt: de heren Von Frijtag Drabbe, Bramlage en Den Hengst. Die laatste kon je het beste op bezoek hebben tijdens de buitendienst. Na de ontmoeting vroeg hij aller eerst waar we koffie konden drinken. "Laat je fiets maar staan, en stap in mijn auto", zei hij dan. Hij reed zelf en praatte graag over auto's. Ook wilde hij weten wat een buskaartje van Assen naar Buinen kostte (net een mens!). Na een kop koffie ging hij weer. Ik kreeg eens tij dens het werk in de Peel een telegram dat hij zou komen. Het was onder lunchtijd en om goed voor de dag te komen had ik een heerlijke salade laten klaarmaken. Maar hij kwam niet binnen, hij vond het veel leuker om rond te rijden door de Peel. Het volgende werk diende zich al weer aan. Ik ging voor het eerst een grote stad in kaart brengen. Weer even een schrik! Hoe doe je dat en wat kom je allemaal tegen in een stad als Groningen? Op maandagochtend wachtte eerst een lange treinreis. Ik ben begonnen in Haren en werkte vandaaruit naar het stadscentrum toe. Aanvan kelijk was ik nog bang dat het me niet zou luk ken. Toen ik eenmaal in Groningen een onder dak had gevonden, ging alles beter. Ik kwam in contact met een journalist van het Nieuwsblad van het Noorden, die graag een artikel wilde schrijven over het verkenningswerk, met een foto van mij erbij. Het artikel besloeg bijna een hele krantenpagina. Ik ging van Groningen door naar Hoogezand- Sappemeer en kwam in een pension terecht met onderhoudsmonteurs van de gasputten in Slochteren. Met zo'n hele groep bij elkaar aan tafel was het heel erg gezellig. Overdag kwam ik er wel eens een tegen in het veld. Ook heb ik de nieuwe weg van Groningen naar Winscho ten in het terrein moeten intekenen, want deze stond nog niet op de foto. Dat was een hele klus. De rust van het platteland Van Groningen ging ik door naar Oldemarkt. Om te beginnen had ik voor de eerste dag een route uitgezet, maar dat liep niet goed af. Ik kwam voor een sloot te staan, waar ik over heen zou moeten springen om tijd te winnen. 150 Voorbereiding van de verkenning op kantoor, Delft 1966 2020-4 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2020 | | pagina 10