gegraveerd. Verder werd in diezelfde polder veel aandacht besteed aan de voorstelling van de waterhuishouding: waar liggen de duikers en bruggen, naar welke kant stroomt het water, waar liggen de sluisjes en de stuwen om de polder op peil te houden? Ook het bodemgebruik werd in kaart gebracht met bepaalde lettertekens. Deze werden later "vertaald" in vlakkleuren voor bouwland, wei land, bos e.d. op de kaart. Alle topografen werkten uiteraard met dezelfde tekens, zodat iedereen de bewerkte foto van een ander kon lezen. Dan kwam je op het erf van een boer. Je be keek het huis met de opstallen en bepaalde of het juist was ingetekend bij het voorbereiden onder de stereoscoop. Ter plaatse besliste je om een te klein schuurtje of kippenhok weg te laten. Je belde aan om te vertellen waar je mee bezig was en je vroeg toestemming om waar nodig het land in te gaan. Ook vroeg je naar de namen van de boerderij, de polders en de waterlopen. Bij de verkenning werd ook de breedte van de wegen opgemeten om de classificatie vast te stellen: autosnelwegen, hoofdwegen, polderwegen, slecht verharde wegen, zandwegen met of zonder fietspad er langs en voetpaden. Onderweg zochten we een goed plekje om wat te eten en te drinken. Daarna ging het weer verder met het werk. Het begon waarachtig al op een stukje kaart te lijken! We kwamen sa- men weer andere dingen tegen, zoals boom gaarden. Rond 3 uur gingen we terug naar het hotel. Ik was die eerste keer behoorlijk moe. Je kleedde je om en ging een kop thee drinken en daarna terug naar je kamer om de hele afge legde route nog eens op de luchtfoto na te gaan en te zien of je alle lijnen goed had gegraveerd. Om half zes gingen we aan tafel en daarna ging je alles voor de volgende dag klaarleggen. De volgende ochtend gingen we verder met de terreinverkenning, op de plek waar we de vorige dag geëindigd waren. Het was van groot belang daar precies bij aan te sluiten, want er werd anders snel wat vergeten. En dan volgden weer de aanwijzingen van de leraar: Het goed aangeven op de luchtfoto was erg belangrijk voor de tekenaar die later aan de hand van de opgetekende luchtfoto de definitieve kaart moest tekenen. Al gaven wij het op de foto aan in weer en wind en "uit het losse handje", later mocht de tekenaar niet op problemen stuiten om de gegevens te verwerken. Hij kon het ons ook niet vragen, want we waren een half jaar weg uit Delft. Zo hebben we samen de eerste week vol- gemaakt. We werkten toen nog tot zaterdag rond het middaguur. Thuisgekomen vroeg mijn vader honderduit. Hoe het was in het hotel en met mijn leraar? Ik vertelde dat hij heel gemoedelijk met mij omging en mij leerde kijken naar alles wat je in het veld tegenkomt en hoe je alles moest noteren. De tweede week: het wordt al moeilijker Na het weekend vond ik het niet erg om weer af te reizen naar Zevenbergschen Hoek. Daar aangekomen konden we niet naar buiten van wege de regen. Luchtfoto's kunnen geen water verdragen. Je blijft dan op je kamer en met de zakstereoscoop ga je de nog niet voorbereide luchtfoto's van je gebied uitlezen. Ook deden we wat schrijfwerk in verband met de namen, uit welke bron we die hadden, met mogelijk een vermelding van de betrouwbaarheid. De volgende dag was het droog, zodat we weer aan de slag konden. Van de weg af gaan be tekende ploeteren op de natte zware kleigrond. Daar werd je goed moe van. Topograaf-zijn vergt een goede conditie en ook een beetje bru- 146 Fred in het veld tijdens de terreinverkenning, De Krim 1962 2020-4 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2020 | | pagina 6