voorbeeld in Schoonoord te maken gekregen
met het nieuwe openluchtmuseum, waarin
plaggenhutten waren nagebouwd. Je moest je
goed afvragen hoe dat in kaart te brengen. We
mochten bij de terugreis op zaterdagmiddag
pas rond twee uur in Den Haag aankomen. Dit
was van belang voor het afsluiten van je decla
ratie; een gewichtige zaak! Als er een fout in
de declaratie was gemaakt, moest je langer op
je geld wachten en raakte je voorschot volledig
op.
Het binnenwerk in de winterperiode
Het programma liep op z'n eind en alle topo-
grafen kwamen naar Delft terug. Je had dan
een half jaar om alles na te kijken wat door de
tekenaars volgens de voorgeschreven maten op
plastic tekenvellen was getekend. We moesten
zelf de gemeente-, provincie- en rijksgrenzen
intekenen, evenals de laatste gegevens omtrent
nieuwe wegen. Na dit correctiewerk werd langs
fotografische weg een gids gemaakt om de
vlaktinten in te kleuren. Dit was de basis voor
een kleurmodel dat in het verdere productie
proces nodig was voor de kleurgescheiden pro
ductie van originelen. Zo werden op dat model
de blauwe lijnen aangebracht en alle percelen
met kleurpotlood ingekleurd volgens de letter
tekens die je buiten op de foto's had aange
bracht: lichtgroen voor weiland, paars voor
heide, geel voor zand, donkergroen voor bos.
De wegen werden ingekleurd naar hun indeling
in autosnelwegen, doorgaande wegen, gewone
verharde wegen, slecht verharde wegen en
fietspaden. Verder werd de positie van de post
kantoren, gemeentehuizen en politiebureaus
aangegeven. Dan werd op een andere gids het
namenmodel gemaakt. De grootte van de
plaatsnamen werd afgeleid uit gegevens van de
Volkstelling. Op dat model bracht je met rode
inkt alle plaatsnamen aan, rekening houdend
met het nieuwe kaartbeeld. Daarna volgden de
streeknamen en poldernamen, ook ingedeeld
naar grootte afhankelijk van de oppervlakte.
Dan de boerderijnamen, de namen van water
lopen en wateroppervlakten in het blauw en de
nummering van kilometerpalen en grenspalen.
Alle modellen werden zorgvuldig gecontro
leerd door de heer Berg. Dat gaf bij de eerste
modellen die je maakte een hele schrik. Hij
vond altijd zaken die je vergeten was.
De kastanjeboom loopt weer uit
De lente kwam er aan, de kastanjeboom liep
weer bijna uit. Na enkele weken voorbereiding
vertrokken we voor de eerste terreinverken
ningen in het nieuwe seizoen. We hadden ge
vraagd om dienstfietsen met een versnelling te
krijgen, maar dat zat er niet in. Wat de fiets
betreft heb ik trouwens nog een aardig verhaal.
Tijdens het werk in de buurt van Borculo werd
ik plotseling wakker, liggend op de grond.
Mijn voorvork was gebroken en ik was op de
grond gevallen. Wat een toestand! Hoe lang ik
daar gelegen had, kon ik me niet meer her
inneren. Ik zocht mijn spullen bij elkaar en ben
naar mijn verblijfadres gaan lopen. Later heb
ben we de fiets opgehaald en daarna ben ik met
bus en trein naar huis gereisd. Later kreeg van
de heer Ooms te horen dat ik mij eerst met een
dokter in verbinding had moeten stellen en dan
pas afreizen. Zo'n valpartij had immers nog
een hele nasleep kunnen krijgen.
We kregen steeds meer ervaring in het werk en
daarom werden we ook belast met zwaardere
terreinverkenningen. Zo kreeg ik op gegeven
moment blad 40 Arnhem toegewezen. Maak je
borst maar nat, dacht ik. Samen met een col
lega vond ik een pension in de buurt van de
koepelgevangenis bij een bewaker. De Ginkel-
sche Hei met zijn vele voetpaden lag in mijn
149
Dagelijks uitwerken van de verkende foto met
collega-leerling Flip Rieff, Heerenveen 1956
2020-4 De Hollandse Cirkel